e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L372p plaats=Maaseik

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
sporkehout hondshout: frangula alnus Mill.; struik met lange rechte twijgen, waarvan de jongens pijlen maken.  hóndshout (Maaseik) hondshout (toel.) III-4-3
sporten sproten: sprō.tǝ (Maaseik) De scheien die de ladderbomen met elkaar verbinden. [JG 1a, JG 1b] I-13
spotnaam voor hoge hoed chapeau-buse (fr.): šəpə bøys (Maaseik) hoed, hoge ~: spotbemaningen [tarpot, titsj, hekteliter, böömert, handskow, kachelpiep, sjtief] [N 25 (1964)] III-2-2
spotvogel spotvogel: spoͅt˃vūgəl (Maaseik) spotvogel (13,5 licht gekleurd, oranje binnensnavel; vaak in boomgaarden en grote tuinen, niet in bossen; nestje lijkt op dat van een vink [003]; roep hard [tetteruuïe]; drukke zang [N 09 (1961)] III-4-1
spreekwoord gezegde: gezèkde (Maaseik), spreekwoord: sprieëkwoeërd (Maaseik) Noem het (dialect)woord voor: een uitspraak zoals: "oost, west, thuis, best"? [spreekwoord] [N 102 (1998)] III-3-1
spreeuw spreeuw: sprieew (Maaseik), sprieuw (Maaseik), sprīu̯ (Maaseik) spreeuw [Willems (1885)], [ZND 43 (1943)] || spreeuw (21,5 overal talrijke bekende soort; wel eens verward met merel [018]; in voorjaar paars glanzend-zwart en gele bek; rest van het jaar witgespikkeld bruin; altijd druk en in troepen; broedt in allerlei gaten; overal voorkomend [N 09 (1961)] III-4-1
spreken, praten kallen: kallen (Maaseik, ... ), neet hel kallen (Maaseik), stil kallen (Maaseik), spreken: neet el spreken (Maaseik), niet hel spriêken (Maaseik), sprieke (Maaseik) Niet luid spreken! [ZND 30 (1939)] || praten, klappen, kallen [ZND 36 (1941)] III-3-1
spreuk gezegde: gezèkde (Maaseik), spreekwoord: sprieëkwoeërd (Maaseik), spreuk: spry(3)̄k (Maaseik) een spreuk [ZND A2 (1940sq)] || Noem het (dialect)woord voor: een uiting zoals: "oordeel niet, opdat ge niet geoordeeld wordt"? [spreuk] [N 102 (1998)] III-3-1
springen springen: spreinge (Maaseik), spreŋə (Maaseik) springen [ZND 25 (1937)] III-1-2
springstier springstier: spreŋstīr (Maaseik) [JG 1a, 1b; add. uit N 3A, 15] I-11