e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L372p plaats=Maaseik

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
uitslag onder de neus zweren: zwiere (Maaseik) Uitslag, zweren onder de neus (futsel, logistgast, uitslag, zweren). [N 107 (2001)] III-1-2
uitslag vertonend brandig: bręnjex (Maaseik) Gezegd van een varken dat lijdt aan de vlekziekte. [N 19, 27b] I-12
uitspannen uitspannen: ū.tspanǝ (Maaseik) Het paard losmaken van de kar of het werktuig waarin of waaraan het gespannen is. Bij het uitspannen uit een kar met berries worden de draagriem, de brede buikriem en de strengen losgemaakt. Vervolgens wordt het paard naar de stal geleid. [JG 1b, 2c; N 8, 98b; monogr.] I-10
uitvoerder voorman: voorman (Maaseik) Persoon die in dienst van een aannemer of ambachtsman de leiding heeft over de uitvoering van een werk. [N 30, 3d; N 30, 3e; monogr.] II-9
uitwerpselen kak: kak (Maaseik), keutel: kutele (Maaseik), stront: strònt (Maaseik) uitwerpselen [N 10c (1995)] III-1-1
uitwerpselen van de bij drek: drɛk (Maaseik) Ontlasting van de bij. Vooral bekend is de in de winter opgespaarde ontlasting die via de reinigingsvlucht geloosd wordt. Wanneer de bij in uitzonderlijke gevallen de bijwoning bevuilt, noemt men dit roer. [N 63, 56b] II-6
uitwijken afzetten: āf˲zętǝ (Maaseik) Als de weg smal is en er komt van de tegenovergestelde zijde een kar af, dan zullen beide voertuigen moeten uitwijken. [JG 1a, 1b; monogr.] I-10
unster bascule: bascul (Maaseik), spanjaard: oude weegschalen niet aangepast aan ons metriel stelsel; van de Spanjaarden afkomstig  spônərt (Maaseik), van spaanse afkomst  spānjərt (Maaseik) De Romeinse balans, bestaande uit een stok waarover een gewicht heen en weer geschoven wordt. [ZND 33 (1940)] || Weeginstrument met hefboomwerking. [N 18 (1962)] III-3-1
urine pis: pis (Maaseik), zeik: Plat.  zeik (Maaseik) urine [N 10c (1995)] III-1-1
urineren pissen: pissen (Maaseik), zeiken: zeikə (Maaseik), Plat.  zeiken (Maaseik) urine [N 10c (1995)] || urineren [N 10c (1995)] || zeiken [ZND A2 (1940sq)] III-1-1