e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L372p plaats=Maaseik

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verkeerd liggen verdraaid zitten: verdraaid zitten (Maaseik), verkeerd zitten: verkeerd zitten (Maaseik) Verkeerd liggen in de baarmoeder door een slag in de baarmoederhals, gezegd van het kalf. [N 3A, 49] I-11
verkering vrijage: vri-jagie (Maaseik) verkering; regelmatige omgang met een persoon van het andere geslacht [sjans, verkeer, aanspraak] [N 115 (2003)] III-2-2
verkering hebben vrijen: vri-je (Maaseik), vri-jen (Maaseik) verkering; regelmatige omgang met een persoon van het andere geslacht [sjans, verkeer, aanspraak] [N 115 (2003)], [N 115 (2003)] III-2-2
verkleumd bevroren: bevroren (Maaseik), stijf: stijf (Maaseik), stiyf (Maaseik), verstijfd: vərsteəf fan də koͅuw (Maaseik) hij was gans verkleumd van de kou [ZND 28 (1938)] || verstijfd van kou [verkild] [N 10 (1961)] III-1-2
verkouden bevangen: bǝvaŋǝ (Maaseik), ik heb een verkoudheid opgelopen of ik heb een kou te pakken. worden er ook uitdrukkingen gebruikt waarin verkouden of verkoudheid ontbreekt, als b.v. ik heb he: ik ben verkouden (Maaseik), ix bɛn vərkaut (Maaseik), verkoud: dich zuls verkaud wieren (Maaseik), ich ben verkaud (Maaseik), ich bën ferkawt (Maaseik), iech bən verkawd (Maaseik), ix bɛn døxtix vərkaut (Maaseik), ix bɛn gu.t vərkaut (Maaseik) Een ontsteking van het neusslijmvlies. [JG 1b; N 8, 89; N 52, 24 en 25; monogr.] || ge zult een kou vatten [ZND 34 (1940)] || Gebruikt men afzonderlijke benamingen voor een zware en lichte verkoudheid? [Lk 05 (1955)] || ik ben verkouden [ZND 34 (1940)] || Verkoudheid. Op welke wijze wordt dit gewoonlijk uitgedrukt? B.v. Ik ben verkouden [Lk 05 (1955)] I-9, III-1-2
verkoudheid kou: `ch əp n kaw op m`n bors (Maaseik), de suls ein kaw kriegen (Maaseik), ich hep ein kaw op de bors (Maaseik), n kau pakken (Maaseik) ge zult een kou vatten [ZND 34 (1940)] || Ik heb een kou op de borst. [ZND 22 (1936)] III-1-2
verkwanselen versjachelen: ps. omgespeld volgens Frings.  vəršaxələ (Maaseik, ... ) Verkwanselen, op verachtelijke wijze verhandelen [vertuitelen, verkwanselen?] [N 21 (1963)] III-3-1
verlagen afdoen: ps. deels omgespeld volgens Frings.  āvdòn (Maaseik), ps. omgespeld volgens Frings.  āvdōn (Maaseik), afslaan: ps. omgespeld volgens Frings.  āfslun (Maaseik, ... ), āfxəslāgə (Maaseik) verlagen, iets in prijs ~ [afzetten? b.v. de biggen zijn afgezet?] [N 21 (1963)] || verschil: Vraagt men aanvankelijk teveel geld voor wat men wil verkopen, dan moet men tenslotte vaak genoegen nemen met minder dan men eerst kon krijgen; hoe noemt men in zulk geval het verschil tussen wat men eerst kon krijgen en wat men tenslotte werkel [N 21 (1963)] III-3-1
verlegen (zijn) bleu: bluu (Maaseik) verlegen, beschaamd III-1-4
verlichting illuminatie: eləmənāsi (Maaseik) illuminatie, verlichting [ZND 01 (1922)] III-2-1