e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L372p plaats=Maaseik

Overzicht

Gevonden: 4905
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
de koningin knippen de moer knippen: de moer knippen (Maaseik) De vleugels van de koningin of moer knippen. Men probeert hiermee het zwermen te verhinderen. [N 63, 96c; monogr.] II-6
de koningin merken tekenen: tęjkǝnǝ (Maaseik) Het duidelijk herkenbaar maken van de koningin door verf, lak, gekleurde plaatjes. Volgens informanten gebruikt men ook Tippex, gekleurd zilverpapier en nagellak. Een goedkoop en uitstekend middel tot herkenning zijn de staniolplaatjes. Men heeft ze in de kleuren rood, groen, zilver en goud. Elk jaar wordt een andere kleur gebruikt. Er zijn kleine nummertjes op gedrukt van 1 tot en met 100. Met kleefstof wordt één zo''n plaatje op het borststuk van de moer bevestigd. Het nummer geeft het individu aan en de kleur de ouderdom (De Roever, pag. 544). [N 63, 102a; N 63, 102b; Ge 37, 166; monogr.] II-6
de laatste voor ploegen (de leste voor) uitploegen: ūtplōgǝ (Maaseik) De laatste voor van het grote middendeel van een akker die men ploegde, kan op twee manieren worden afgewerkt. Als men een greppel wil laten ontstaan in verband met de waterafvoer (op lage gronden), dan ploegt men de laatste voor iets dieper dan de overige. Wil men daarentegen geen greppel overhouden, dan ploegt men de laatste voor ondiep uit en sleept men ze vervolgens dicht. De termen die in dit lemma onder A. zijn vermeld, werden opgegeven n.a.v. de vraag naar "de diepe middenvoor afwerken". Sommige ervan lijken ook bruikbaar voor het ploegen van de laatste voor in het algemeen. De onder B. opgenomen termen betreffen het ploegen van de laatste voor aan de zijkant(en). [N 11, 62; N 11A, 119e + 121e; div.; monogr.] I-1
de mei vieren de mei steken: de mei stieëken (Maaseik), mei vieren: mei veeren (Maaseik) de tak, struik of vlag die geplaatst wordt op huizen in aanbouw [N 112 (2006)] || de tractatie bij het plaatsen van die tak of vlag [N 112 (2006)] III-3-2
de melk inhouden ophouden: ǫphau̯tǝ (Maaseik), ǫphōu̯wǝ (Maaseik) Tijdens het melken plotseling geen melk meer geven, gezegd van de koe. [N 3A, 69; monogr.] I-11
de melk laten lopen (de melk) laten lopen: lōtǝ lōpǝ (Maaseik), lǭtǝ lōu̯pǝ (Maaseik) De melk uit de spenen laten vloeien. [N 3A, 70] I-11
de merrie dekken dekken: dękǝ (Maaseik) Zie afbeelding 11. [JG 1a, 1b; N 8, 43a en 43b] I-9
de merrie is niet drachtig (ze) draagt niet: drø̄x nēt (Maaseik), gust: gøst (Maaseik  [(onvruchtbaar)]  ), leeg: lɛ̄x (Maaseik) [N 8, 48 en 49] I-9
de oven op temperatuur brengen heetstoken: hęjt stūkǝ (Maaseik), wit moeten uitslaan: (de hemel) mot wet ūtslun (Maaseik) Voor het bakken moet de oven op tempera-tuur gebracht worden. Volgens de informant van L 269a is die juiste temperatuur ¬± 200¬∞C. De laatste twee woordtypen geven de benaming voor die goede hitte. Volgens verschillende informanten moet de oven zo lang gestookt worden, totdat de wanden of de hemel van de oven wit worden. Met de vrije hand werd vroeger gecontroleerd of de baklucht heet genoeg was (volgens informant van L 291), tegenwoordig gebeurt dat controleren met de thermostaat (volgens informant van Q 121). [N 29, 9; N 29, 10] II-1
de oven reinigen wissen: wɛsǝ (Maaseik) Het object "oven" wordt niet gedocumenteerd. [N 29, 12c; OB 2, 2c add.; monogr.] II-1