19288 |
flikflooien |
flikflooien:
ook materiaal znd 23, 55
flikfakke (L372p Maaseik),
flikflūəjə (L372p Maaseik),
flikkefloeie (L372p Maaseik),
mouwvegen:
ook materiaal znd 23, 55
mŭwvēͅgə (L372p Maaseik)
|
flikflooien [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|
18912 |
flink; flinke persoon |
ferm:
ferm (L372p Maaseik)
|
flink (bv. een ferme kerel)
III-1-4
|
18021 |
fluim |
fluim:
fleum (L372p Maaseik),
fluum (L372p Maaseik),
flū.m (L372p Maaseik),
flyjm (L372p Maaseik)
|
fluim [ZND 01 (1922)], [ZND 23 (1937)], [ZND A2 (1940sq)]
III-1-2
|
18024 |
fluimen uitspuwen |
fluimen:
fluəmə (L372p Maaseik),
uitspijen:
utspéjə (L372p Maaseik)
|
spuwen: fluimen uitspuwen [kwalstere, kwaajere, uitgooje] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
21345 |
fluisteren |
fezelen:
Van Dale: fezelen, 1. fluisterend praten of zeggen; - smoezen.
fezelen (L372p Maaseik),
zacht spreken:
zach sprieken (L372p Maaseik)
|
fluisteren [ZND 30 (1939)]
III-3-1
|
22994 |
fluit |
fluit:
fluut (L372p Maaseik),
fluitje:
fluutəkə (L372p Maaseik)
|
Fluit. [Willems (1885)]
III-3-2
|
22995 |
fluiten |
fluiten:
fluite (L372p Maaseik)
|
Fluiten. [Willems (1885)]
III-3-2
|
24147 |
fluiter |
fluiter:
flø͂ͅi̯tər (L372p Maaseik)
|
fluiter (12,5 alleen in hoge loofbossen; vrij zeldzaam; roep vrij luid [djuu-djuu]; zang onder het vliegen [tjip-tjip-tjip-tjirrrrrrrr] [N 09 (1961)]
III-4-1
|
28760 |
fluweel, velours |
velours:
vlūr (L372p Maaseik)
|
Weefsel met een bovenkant met rechtopstaande garenuiteinden, ontstaan door een bijzondere afwerking. De binding bestaat uit een grondweefsel, in effen of keper, waartussen draden, die over grotere afstanden los liggen. Door deze door te snijden en op te borstelen ontstaat een pluche-achtig haardek: pool. Door zacht ruwen wordt het ø̄pluizenø̄ bevorderd, waarna de pool op een bepaalde lengte wordt afgeschoren (Bonthond s.v. ø̄fluweelø̄. [N 62, 78; N 62, 75f; 59, 201; MW; L 1a-m; L 23, 57a; S 9; monogr.]
II-7
|
18289 |
fluwelen broek |
velours (fr.) boks:
ein floere boks (L372p Maaseik),
’n flūrə bŭks (L372p Maaseik)
|
een fluwelen broek [ZND 23 (1937)]
III-1-3
|