e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maaseik

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
geluid maken, gezegd van de kammen rammelen: ramǝlǝ (Maaseik) Het geluid van de kammen van het aswiel bij het malen. Afhankelijk van het al dan niet goed functioneren van het gangwerk hoort men een aangenaam of een onaangenaam geluid. Dit laatste is bijvoorbeeld het geval wanneer de kammen niet op de juiste steek zijn gezet. [N O, 11p; Vds 95; Jan 114; Coe 89; Grof 112] II-3
geluid van naderend onweer hommelen: hómmele (Maaseik) rommelen van de donder III-4-4
geluidloos een wind laten ene op de sokken laten (gaan): einen op z`n zokke (Maaseik) geluidloos een wind laten [feuze, bussinge] [N 10c (1995)] III-1-1
geluk geluk: gelèk (Maaseik), gələk (Maaseik), ə gəløk (Maaseik) een geluk [ZND A1 (1940sq)] || Ge moet hem dat geluk gunnen (hij heeft het verdiend, ge moet hem niet benijden). [ZND 24 (1937)] III-1-4
geluksvogel; altijd geluk hebben geluksvogel: geluksvogel (Maaseik), gelukzak: gelukzak (Maaseik, ... ) Iemand die altijd geluk heeft. [ZND 35 (1941)] III-1-4
gemak gemak: ook ZND 23, 076  gemaak (Maaseik), gemake (Maaseik), gəmaəkə (Maaseik) gemak [ZND 01 (1922)] III-1-4
gemakkelijk gemakkelijk: ook materiaal znd 23, 77  gemekkelek (Maaseik), gemêkkəlik (Maaseik), gəmekələk (Maaseik), gəmīəkələk (Maaseik) gemakkelijk [ZND 01 (1922)] III-1-4
gemalen en gezuiverd graan bakmeel: bakmē̜l (Maaseik), meel: mē̜l (Maaseik) Omdat de vraagstelling niet helemaal duidelijk was, kwamen er bij de antwoorden op de vraag naar de naam voor "gemalen en gezuiverd graan" zowel meel- als bloem-opgaven voor. Meel bestaat uit het inwendige van de tarwe- of roggekorrel plus de zemel, dus het is de geheel vermalen korrel, terwijl de bloem bestaat uit het inwendige van de korrel, de meelkern (Schoep blz. 12). Vroeger werd de gehele korrel vermalen tot meel. Daarna werd het meel gezeefd, waarbij een groot deel der zemelen achterbleef op de zeef. Het gezeefde product was dan de bloem, die echter nog heel wat zemeldelen bevatte (Schoep blz. 13). De voor dit lemma opgegeven bloem-varianten zijn verplaatst naar het lemma ''bloem''. [N 29, 14b; N 29, 15c; N 16, 80] II-1
gemaskerd persoon vastelavondsgek: vastelaovesgek (Maaseik, ... ), Sub vastelaovend.  vastelaovendsgek (Maaseik), vastenavondgek: vastenovendgek (Maaseik) [Carnavalsvierder]. || Hoe heet: een gemaskerd persoon? [ZND 31 (1939)] || Maskeraad (gemaskerd persoon). [ZND 01 (1922)] III-3-2
gemeen gemeen: gəmein (Maaseik), ook materiaal znd 23, 79  gemein (Maaseik), gəmēͅjn (Maaseik) gemeen [ZND A2 (1940sq)] || gemeen (smerig, slecht) [ZND 01 (1922)] III-1-4