21465 |
gemeente |
gemeente:
gemeinde (L372p Maaseik),
gemeinte (L372p Maaseik),
gəmejntə (L372p Maaseik),
gəmējndə (L372p Maaseik)
|
gemeente [ZND 01 (1922)], [ZND 24 (1937)], [ZND m]
III-3-1
|
21494 |
gemeentehuis |
gemeentehuis:
gemeintehoes (L372p Maaseik),
raadhuis:
rōͅthŭjs (L372p Maaseik),
stadhuis:
statŭjs (L372p Maaseik)
|
gemeentehuis [ZND 24 (1937)]
III-3-1
|
18958 |
gemene vrouw |
canaille (fr.):
kanaalje (L372p Maaseik),
tang:
tang (L372p Maaseik)
|
gevaarlijk vrouwmens || kwaad wijf
III-1-4
|
19067 |
gemok |
gepruttel:
geprēūtel (L372p Maaseik)
|
gemok [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|
18165 |
genezen |
genezen:
genāēze (L372p Maaseik),
geniezen (L372p Maaseik),
gəni:zə (L372p Maaseik),
weer genezen (L372p Maaseik)
|
genezen [ZND m] || genezen (ww) [ZND A1 (1940sq)] || hij is weer op zijn effen (weer genezen) [ZND 34 (1940)]
III-1-2
|
33319 |
gepachte hoeve, pachtgoed |
hof:
[hof] (L372p Maaseik),
pachtgoed:
pāxt˲gōt (L372p Maaseik),
pachthoeve:
paxthuf (L372p Maaseik),
pachthof:
paxthōf (L372p Maaseik),
winning:
wɛneŋ (L372p Maaseik)
|
Het bedrijf dat een boer niet in eigen bezit heeft maar pacht (huurt) van de eigenaar aan wie hij in enige vorm betaalt voor het gebruik. Bij winning in L 352 wordt aangetekend: "vroeger heeft de naam denkelijk bestaan, want er is nog een boerderij die de naam De Winning draagt". Bij enkele opgaven in Nederlands Zuid-Limburg wordt opgemerkt dat enige pachthoeven nog in "halfsheid liggen"; de eigenaar ontvangt de helft van het koren, terwijl de pachter ("halfer") het overblijvende koren krijgt met het stro. Algemene en specifieke termen zijn in dit lemma uit elkaar gehouden. Voor de fonetische documentatie van de opgaven die gelijk zijn aan die voor boerderij in het algemeen, zie het lemma "boerderij, algemeen" (1.1.1). [A 10, 2bI; L 38, 21a; L 48, 22; Lu 2, 22; S 27; Wi 18; monogr.; add. uit L 38, 22 en ander materiaal van lemma 1.1.1]
I-6
|
20408 |
gepensioneerd (zijn) |
gepensioneerd:
znd 35, 65
gepencheneerd (L372p Maaseik),
gepensionneerd (L372p Maaseik),
pensioen hebben:
znd 35, 65
heit pensioen (L372p Maaseik)
|
gepensioneerd; hij is -; op pensioen gesteld [ZND 35 (1941)]
III-2-2
|
34057 |
geprimeerde stier |
geprimeerde stier:
gǝpremɛ̄rdǝ stīr (L372p Maaseik)
|
Stier die prijzen en andere bekroningen heeft behaald. [JG 1a, 1b]
I-11
|
17560 |
geraamte |
geraamte:
gerämte (L372p Maaseik)
|
geraamte [ZND 01 (1922)]
III-1-1
|
18939 |
gereed |
klaar:
klāōr (L372p Maaseik),
klōͅr (L372p Maaseik),
vaardig:
vēͅrdi̯x (L372p Maaseik),
cf. D. "fertig
vèèrdig (L372p Maaseik)
|
gereed, klaar || klaar [ZND 01 (1922)], [ZND A2 (1940sq)] || vaardig [ZND A1 (1940sq)]
III-1-4
|