21334 |
illustratie |
illustratie (<fr.):
illestratie (L372p Maaseik)
|
illustratie [ZND 01 (1922)]
III-3-1
|
17846 |
in beweging komen |
(zich) bewegen:
bewaege (L372p Maaseik),
bewaege(n) (L372p Maaseik),
(zich) roeren:
zich reure (L372p Maaseik),
zich reure(n) (L372p Maaseik)
|
In beweging komen (op gang komen, (zich) roeren, bewegen) [N 108 (2001)]
III-1-2
|
20442 |
in de doodskist leggen |
kisten:
kiste (L372p Maaseik, ...
L372p Maaseik)
|
een dode in de doodskist leggen [lichteren, kisten] [N 115 (2003)]
III-2-2
|
33613 |
in de moestuin werken |
hoven:
hø̄və (L372p Maaseik)
|
[N P (1966)]
I-7
|
17878 |
in de rug slaan (met de vuist) |
doffen:
doffe (L372p Maaseik),
doffe(n) (L372p Maaseik),
stoten:
stoeëte (L372p Maaseik)
|
Met de vuist in de rug slaan (doffen, dompen, stompen, stoten, sjtokken) [N 108 (2001)]
III-1-2
|
20684 |
in de schil gekookte aardappelen |
aardappelen met de schil:
irpələ meͅt də šeͅl (L372p Maaseik),
varkensaardappelen:
(klein).
veͅrkəsirpələ (L372p Maaseik),
Syst. Frings
vɛrkəsīrpələ (L372p Maaseik)
|
In de schil gekookte aardappelen (zwelmennekes?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
22786 |
in een beek baden |
baden:
in de biek baaien (L372p Maaseik),
in ein biek bajen (L372p Maaseik),
in n biek baaie (L372p Maaseik)
|
In een beek baden. [ZND 33 (1940)]
III-3-2
|
26279 |
in elkaar grijpen |
juist kammen:
žyst kamǝ (L372p Maaseik),
kammen:
kamǝ (L372p Maaseik)
|
Het in elkaar grijpen van kammen en staven. Het aswiel van de standerdmolen loopt rechtstreeks in één of meer rondsels of bonkelaars boven het staakijzer; dat van de Hollandse molen loopt in een rondsel of in een bonkelaar die op zijn beurt weer meerdere rondsels boven staakijzers kan aandrijven. Bij de watermolen grijpen de kammen van het aswiel in het algemeen in de staven van een rondsel onder het staakijzer of, bij een molen met meer steenkoppels, in een rondsel dat een groot horizontaal wiel, het kroonrad, aandrijft. Het kroonrad kan op zijn beurt één tot vier rondsels in beweging brengen. [N O, 11a; Vds 94; Jan 113; Grof 104]
II-3
|
18227 |
in lompen gekleed |
schamel:
sjaemel (L372p Maaseik),
sjaemel gekleid (L372p Maaseik)
|
In lompen gekleed [haveloos, schab(be)tig, schamel, lommelig] [N 114 (2002)]
III-1-3
|
20383 |
in ondertrouw gaan |
aangeven:
aangieëve (L372p Maaseik),
ondertrouw:
den ôngertrouw (L372p Maaseik)
|
aangifte doen bij de ambtenaar van de burgerlijke stand, waarbij de aanstaan-de echtgenoten elkaar verklaren dat zij met elkaar een huwelijk willen aangaan; in ondertrouw gaan [verscholen, ondertrouwen, ondertrouw doen, aantekenen] [N 115 (2003)]
III-2-2
|