e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maaseik

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jeuken jeuken: jeuke (Maaseik), jyəkə (Maaseik) jeuken [ZND 01 (1922)] || jeuken, het begint te jeuken [öksele, euke, juike, juuke] [N 10 (1961)] III-1-2
jicht gicht: gich (Maaseik, ... ), gicht (Maaseik), gigt (Maaseik), jicht: jicht (Maaseik) jicht [ZND 01 (1922)] || reumatiek: hoe heet de gewrichtspijn die vooral bij bejaarde mensen voorkomt (fr. rhumatisme) ? [ZND 42 (1943)] III-1-2
jong (bijv.nw.) jong: znd 1 a-m; znd 27, 46;  joenk (Maaseik), jŏĕnk (Maaseik) jong; het kind is nog jong [ZND 27 (1938)] III-2-2
jong (bn.) jong: jónk (Maaseik), znd 1 a-m; znd 27, 46;  joenk (Maaseik), jŏĕnk (Maaseik) jong (bn) || jong; het kind is nog jong [ZND 01 (1922)] III-2-2
jong dat pas kan vliegen pieper: piəpərs (Maaseik) Vlug jong. [Goossens 1b (1960)] III-3-2
jong dat pluimen begint te krijgen duivelshaar: dyy.vəlszōͅr (Maaseik) Jong dat pluimen begint te krijgen. [Goossens 1b (1960)] III-3-2
jong en kaal vogeltje kaalkatsje: naakt jong vogeltje in het nest  kaalkatsje (Maaseik), vogeltje: vy(3)̄əlgəlkə (Maaseik, ... ), mv.  vøgəlkəs (Maaseik, ... ) vogeltje [N 12 (1961)], [ZND 04 (1924)] III-4-1
jong en kaal vogeltje adj. pieperig: pieperig (Maaseik) jonge vogel die nog niet kan vliegen [ZND 36 (1941)] III-4-1
jong van een dier jong: joenk (Maaseik), juŋk (Maaseik) [R 12, 38; S 16; L 1a-m; L 27, 47a; monogr.]jong ve dier [ZND 01 (1922)] I-11, III-4-2
jong van een rund jong: joŋk (Maaseik), kalf: kalf (Maaseik) [N 3A, 4] I-11