18237 |
oorring |
oorbel:
ein paar oerbelle (L372p Maaseik),
oerbellen (L372p Maaseik, ...
L372p Maaseik),
oeërbel (L372p Maaseik),
oorring:
e paar oerring (L372p Maaseik),
oerrènk (L372p Maaseik)
|
een paar oorringen [ZND 40 (1942)] || Oorring. Zilveren of gouden ring die in elk van beide oren gedragen wordt [oorbel, bel, slinger] [N 114 (2002)]
III-1-3
|
17873 |
oorveeg |
oorveeg:
oerveeg (L372p Maaseik, ...
L372p Maaseik)
|
hoe heet een slag op de kaak ? Geef aan welke woorden gemeenzaam of plat zijn. [ZND 36 (1941)]
III-1-2
|
24361 |
oorworm |
oorworm:
fon. var. van "oorworm"niet overgenomen
oorworm (L372p Maaseik),
orenworm:
duizendpoot dat de neiging heeft in het oor te kruipen"(sic)
oereworm (L372p Maaseik)
|
oorworm [ZND 34 (1940)]
III-4-2
|
33293 |
oot, wilde haver |
vlughaver:
vlø̜i̯ghāvǝr (L372p Maaseik)
|
Avena fatua L. Een vrij algemeen voorkomend lastig onkruid op bouwland, in korenvelden en wegbermen, dat er haverachtig uitziet met een wijde, pluimvormige aar. Het bloeit van juni tot augustus. De lengte varieert van 60 tot 120 cm. Vergelijk lemma Evene in WLD.I, afl. 4. [A 30, 2; A 60A, 81; L 49, 2; monogr.; add. uit JG 1a, 1b]
I-5
|
23198 |
op bedevaart gaan |
een bedevaart doen:
wië goën ein beïvaart doen (L372p Maaseik),
op bedeweg gaan:
op bēweag gaon (L372p Maaseik),
wə gûn op bēͅjwîg (L372p Maaseik)
|
Bedevaren. [ZND 01 (1922)] || We gaan een bedevaart doen. [ZND 21 (1936)]
III-3-3
|
25564 |
op de juiste temperatuur |
juist goed:
žøst gōt (L372p Maaseik)
|
Gezegd van gerezen deeg. Het vocht in het deeg is de warmtebron. Door het vocht te verwarmen brengt men het deeg op de juiste temperatuur. De goede temperatuur is van groot belang voor de kwaliteit van het produkt. Te warme degen zullen droog brood geven, dat spoedig kruimelig wordt, terwijl te koude degen een brood opleveren dat klein van stuk en wreed van scheuring is (Schoep blz. 95). Volgens de informanten van K 359, L 270, en Q 121e was eertijds het bepalen van de juiste temperatuur een kwestie van aanvoelen of voelen met de handen. De goede temperatuur zou volgens de informant van L 269a zijn ¬± 28¬∞C. In dit lemma komen verschillende grammaticale categorieën voor. [N 29, 28b; monogr.]
II-1
|
17935 |
op de loop gaan |
op de loop gaan:
op de laup gaōn (L372p Maaseik),
op de loup goen (L372p Maaseik),
op de luip goen (L372p Maaseik),
op te laup gaon (L372p Maaseik)
|
op de loop gaan [ZND 30 (1939)] || op den loop gaan [ZND m]
III-1-2
|
21692 |
op de markt verkopen |
markten:
ps. omgespeld volgens Frings.
meͅrtə (L372p Maaseik, ...
L372p Maaseik)
|
verkopen, goederen op de markt gaan ~ [N 21 (1963)]
III-3-1
|
17966 |
op de schouder zitten |
op de pochel zitten:
oͅb də puxəl setə (L372p Maaseik),
op de strank zitten:
oͅb də straŋk setə (L372p Maaseik)
|
rug: bovendeel van de rug [mars, hot] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
22682 |
op de vingers fluiten |
fluiten:
fluite(n) (L372p Maaseik)
|
op de vingers fluiten [schuffelen] [N 112 (2006)]
III-3-2
|