e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maasniel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
landrol wel: wɛl (Maasniel) De vroeger houten, later ijzeren rol om aard-kluiten van geploegd land te breken, de akker vlak te maken, het zaad in de aarde vast te drukken, enz. Zie afb. 81 en 82. [JG 1a + 1b; N 11, 86; N 11A, 183 + 185; N J, 10 add.; N P, 20 add.; A 40, 9; monogr.] I-2
langbenig paard staak: štāk (Maasniel) [N 8, 20 en 62i] I-9
lange broek lange boks: lang boks (Maasniel) pantalon, lange broek [N 23 (1964)] III-1-3
lange kleurige herenkous hoos: haoze (Maasniel) mannenkousen, lange kleurige ~ (vero) [hooze] [N 24 (1964)] III-1-3
lange onderbroek? onderboks: ongerboks (Maasniel) onderbroek, lange ~ [N 25 (1964)] III-1-3
lange tijd lange tijd: lange tied (Maasniel) een lange tijdsruimte [toer] [N 91 (1982)] III-4-4
langgerekt hok hoop: hǫu̯p (Maasniel) De langwerpige stuik waarin de schoven in een dubbele rij tegen elkaar aan staan; zonder menneke. Volgens Goossens 1963, krt. 36 komt deze "walenmandel" met name voor in West-Haspengouw, maar ook elders in Limburg is deze vorm bekend en heeft hij een eigen naam. [N 15, 57a; JG 1d, 2c; Goossens 1963, krt. 36; monogr.] I-4
langpootmug hooiwagen: huiwagen (Maasniel), snijder: sjnieder (Maasniel) Hoe noemt u de grote mug met bijzonder lange, breekbare poten (langpootmug, horlogemaker, glazemaker, snijder) [N 83 (1981)] || langpootmug [DC 18 (1950)] III-4-2
langwerpig wittebrood mik: Syst. WBD  mik (Maasniel), mik (?) (Maasniel) Langwerpig wittebrood (peel?) [N 16 (1962)] III-2-3
langwerpige streep van voorhoofd tot neus bles: blęs (Maasniel) Lange, witte streep over de paardekop tot halverwege de neus, naar de vorm in verschillende soorten onderscheiden: ''halve'' en ''doorlopende bles'', ''smalle'' en ''brede bles'', en als ze de hele snuit wit kleur: witte muil, snuit. Zie ook het vorige lemma met ''bles'' in de betekenis van een naar voren hangend haarbosje. Zie afbeelding 4. [JG 1a, 1b; N 8, 27b] I-9