19010 |
nieuwsgierig |
nieuwsgierig:
nuusjeerig (L332p Maasniel)
|
nieuwsgierig, benieuwd: die vrouw is erg - [DC 16 (1948)]
III-1-4
|
17724 |
nieuwsgierig kijken |
nieuwsgierigeneuzen:
nuusjirge naze (L332p Maasniel)
|
kijken: nieuwsgierig kijken [blieke, spitsmoele] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
19177 |
nieuwsgierigaard |
gaperd:
gapert (L332p Maasniel)
|
iemand die alles nieuwsgierig bekijkt [gaper] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18020 |
niezen |
niesten:
neeste (L332p Maasniel)
|
niezen [niese, nieste] [N 10a (1961)]
III-1-2
|
20752 |
niknak |
niknak:
Syst. WBD
niknak (L332p Maasniel),
Syst. WBD Ik heb altijd van mijn vader gehoord dat de heilige Niknak de petroon van de sèlderieknuu:p is. Probeer na te gaan of deze uitdrukking familiaal of locaal is.
niknak (L332p Maasniel)
|
Koekjes in de vorm van speelgoedfiguurtjes, voor kinderen (niknak?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
20504 |
nippen |
nippen:
nippe (L332p Maasniel)
|
Hoe noemt U: Met kleine beetjes drinken (pisen) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
34478 |
nog in het ei zittend kipje |
kuiken in de dop:
kȳkǝ en dǝn dop (L332p Maasniel)
|
[N 19, 40a]
I-12
|
21348 |
nors |
stuurs:
sjtuurs (L332p Maasniel)
|
onvriendelijk, stuurs, nors, bars [aling, strak, grenniog, stom, bars, stuurs, nors, zuur] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
21651 |
notariskosten |
onraad:
ónrao.t (L332p Maasniel),
opgeld:
Opm. zo wordt het ook genoemd.
òpgéltj (L332p Maasniel),
schrijfgeld:
sjrief geldj (L332p Maasniel)
|
gelden die bestemd zijn voor de notaris i.v.m. een openbare verkoping van onroerende goederen [ongelden, den bamis, onraad, herengeld?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
33559 |
notenboom |
noten:
note (L332p Maasniel),
notenboom:
-
noteboum (L332p Maasniel)
|
okkernoot [DC 17 (1949)] || Welke dialectbenamingen van loofhoutgewassen kent u? [N 74 (1975)]
I-7
|