e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maasniel

Overzicht

Gevonden: 3787
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bekakte praat kak: kak (Maasniel) taal of daad die getuigt van een hoge dunk van eigen voortreffelijkheid [kak] [N 85 (1981)] III-3-1
bekakte praat /bekakt praten kak: kak (Maasniel) taal of daad die getuigt van een hoge dunk van eigen voortreffelijkheid [kak] [N 85 (1981)] III-1-4
bekennen bekennen: bekinne (Maasniel) uitkomen voor een schuld [kennen, bekennen] [N 85 (1981)] III-1-4
bekeuren bekeuren: bekeure (Maasniel) iemand een boete opleggen [kalangeren, kallizeren, noemren, opboeten, schutten, opkalken, beboeten] [N 90 (1982)] III-3-1
bekkenholte kuil: de koel (Maasniel) heup: komvormige ruimte tussen de heupbeenderen [N 10 (1961)] III-1-1
bekkens bekkens: bekkes (Maasniel) Het muziekinstrument dat bestaat uit twee koperen schijven met leren handvaten, die tegen elkaar geslagen worden [bekkens, schellen]. [N 90 (1982)] III-3-2
bekostigen? bekostigen: beköstige (Maasniel) Betekenis en uitspraak van: het werkwoord bekostigen = betalen, b.v. "dat kan ik niet bekostigen? [bekostigen, beköstigen?] [N 21 (1963)] III-3-1
bekvechten bekvechten: bekvechte (Maasniel) ruzie maken door woorden [afstrijden, rikrooien, kerwee hebben, strijden, muilvech-ten, smoelvechten, opstrijden] [N 85 (1981)] III-3-1
belangrijk, van belang belangrijk: belangriek (Maasniel) van grote betekenis [van belang, van pretansie] [N 91 (1982)] III-4-4
belasting belasting: belasting (Maasniel) de verplichting tot het betalen van een geldelijke bijdrage in de lasten van de overheid [tijns, cijns, belasting, taks] [N 90 (1982)] III-3-1