e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maasniel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pacht? pacht: de "pecht (Maasniel), de pag (Maasniel) pacht, het bedrag dat men jaarlijks betaalt, b.v. voor een bank in de kerk [de paacht?] [N 21 (1963)] III-3-1
pachtboer halfe: halfǝ (Maasniel) Halfer e.d. vanwege de helft, die de pachter van de oogst kon behouden. [S 27; Wi 2; monogr.; add. uit A 10, 2bI] I-6
pachten pachten: pechte (Maasniel), péchte (Maasniel) pachten [werkwoord] [paachte?] [N 21 (1963)] III-3-1
pad kroddel: kroddel (Maasniel) pad III-4-2
pad, paadje pad, paadje: paidje (Maasniel) een weggetje gemaakt door de voetstappen van mensen of dieren (zandbaan, pad, weg, weggel, wegeling) [N 90 (1982)] III-3-1
pafferig dik, opgeblazen van lijf papperig (dik): papperig (Maasniel), pofferig: poeferig (Maasniel) dik, pafferig [maf] [N 10 (1961)] || opgeblazen van lijf [poesterig] [N 10 (1961)] III-1-1
paillette glitter: glitter (Maasniel) een plaatje of reepje gouden of zilveren folie, tot versiering van kledingstukken [pailetten, gitten] [N 86 (1981)] III-1-3
pak slaag pak slaag: pak sjlaig (Maasniel) Pak slaag (tek, travans, streep, smeer, batter, roefel, kiffel, pek). [N 84 (1981)] III-1-2
pak, kostuum kostuum: kesjstuum (Maasniel), pak: pak (Maasniel) kostuum of pak voor mannen en jongens [pak, montoer, monteering, antsoch, kloeft] [N 23 (1964)] III-1-3
paling, aal aal: ōl (Maasniel), geen verschil  ōl (Maasniel) aal, paling [DC 10 (1941)] III-4-2