e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maasniel

Overzicht

Gevonden: 3787
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
geluksvogel; altijd geluk hebben geluksvogel: gelöksvogel (Maasniel) iemand die altijd geluk heeft [zwijnjak, boffer, bidzalig] [N 85 (1981)] III-1-4
gemakkelijk gemakkelijk: gemekkelig (Maasniel) geen moeite of inspanning vereisend, niet moeilijk [licht, handig, gemakkelijk, zacht, lichtelijk, goed, makkelijk, gemak, spelegaans] [N 85 (1981)] III-1-4
gemaskerd persoon vastelavondsgek: vastelaovesgek (Maasniel) Een persoon met een masker voor [maskeraad, mom, vastenavondsgek]. [N 88 (1982)] III-3-2
gemeen laag: laig (Maasniel) slecht, gezegd van het karakter, de aard [bedekt, laag] [N 85 (1981)] III-1-4
gemeentebelasting gemeentebelasting: gemeintebelasting (Maasniel) de belasting die slechts voor één gemeente of stad geldt [octrooi, binnenboek, gemeentelasten] [N 90 (1982)] III-3-1
gemeenteheide op de hei: op de hei (Maasniel) de gemeenteheide [aard] [N 90 (1982)] III-3-1
gemeentesecretaris secretaris: sikkertaris (Maasniel) het hoofd van de secretarie [administratie] van een gemeente [griffier, secretaris, sikkeltaris, sik] [N 90 (1982)] III-3-1
gemeenteweide gemeentewei: gǝmęi̯ntǝwęi̯ (Maasniel) Weiland dat eigendom is van de gemeente. Een woordtype als vrijwei duidt erop dat men hier als kleine of arme boer zijn koeien vrij kon laten grazen. De informanten van Horn (L 325) en Maasbracht (L 377) zeggen echter dat men eertijds op gemeentewei de koeien kon laten grazen tegen een jaarlijkse vergoeding. [N 14, 60; A 10, 4; N 18, add.; monogr.] I-8
gemene vrouw kreng: kring (Maasniel) een vrouw met een slecht en gemeen karakter [venijn] [N 85 (1981)] III-1-4
gemoed gemoed: gemoot (Maasniel) het binnenste van de mens als zetel van zijn gevoel [moed, gemoed] [N 85 (1981)] III-1-4