e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q095p plaats=Maastricht

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
keerbeitel dekbeitel: dęk˱bęjtǝl (Maastricht) De bovenste, niet snijdende beitel van sommige houtschaven die boven op de schaafbeitel bevestigd is. Zie ook afb. 31d. De keerbeitel voorkomt dat er bij het schaven houtvezels uit het hout worden getrokken. Daarom wordt de keerbeitel zo dicht mogelijk tegen de snede van de schaafbeitel geplaatst. [N G, 35c; N 53, 54g; monogr.] II-12
keerstrook, wendakker voordel: vø̄rdǝl (Maastricht) Een keerstrook of wendakker is de strook grond aan het uiteinde van een akker waar de ploeg gekeerd wordt. Deze strook ligt dwars op de voren van het groot geploegd middendeel. Als men aan het voor- en achtereinde van de akker niet op een belendend perceel of op een (veld)weg kan keren, heeft men twee keerstroken nodig. De keerstrook werd oorspronkelijk onbebouwd gelaten, later werd ook zij geploegd. Een aantal benamingen kunnen ook gebruikt worden voor een strook grond in het algemeen; soms wordt er op gewezen dat men via de keerstrook toegang tot het perceel heeft. De strook is breder dan normaal als zij in de lengterichting aan een afrastering of haag grenst. [N 11, 50a; N 11A, 125b; JG 1a + 1b + 1c; JG 2b + 2c; A 18, 2; A 33, 3 + 4 + 5; L B2, 246; L 34, 47; monogr.] I-1
keffen kaffen: Endepols  kagge (Maastricht, ... ), keffen: keffe (Maastricht, ... ), keffə (Maastricht, ... ), \'keffe - kefde - gekef\'  keffe (Maastricht, ... ), Endepols  keffe (Maastricht, ... ), ideosyncr.  keffe (Maastricht, ... ), WBD/WLD  keffə (Maastricht, ... ), kèffə (Maastricht, ... ) Hoe noemt u hoog en snel blaffen, vooral van kleine honden (keffen, kneffen) [N 83 (1981)] || keffen [ZND 01 (1922)], [ZND 27 (1938)] III-2-1
kegel kegel: kèigel (Maastricht), De -e opzètte, umgoje; mèt -e speule.  keigel (Maastricht) Er zijn negen kegels. [ZND m] || Kegel: figuur van het kegelspel. III-3-2
kegelen kegelen: keigelen (Maastricht, ... ), kēgələ (Maastricht), keͅigələ (Maastricht), [Met afbeelding].  keigele (Maastricht), met kegels spelen: Sub keigel.  mèt keigele speule (Maastricht) [Kegelen: a) het kegelspel spelen]. || De sport bedrijven waarbij met een bal getracht moet worden een aantal flesvormige houten voorwerpen, de kegels, omver te werpen [kegelen, bollen]. [N 88 (1982)] || Kegelen: a) het kegelspel spelen. III-3-2
kegels (mv.) kegelen: mɛtə kɛ.gələ wyərt ne.t mi gəspɛlt (Maastricht) met de kegels wordt er niet meer gespeeld [RND] III-3-2
kei, voorkomend in de kleilagen klauw: klaw (Maastricht), steen: štęjn (Maastricht) [N 98, 24; monogr.] II-8
keizerskroon keizerskroon: Spelling: \"fonetisch\  keizerskroen (Maastricht) Keizerskroon (fritillaria imperialis). De stengel draagt aan zijn top een krans van hangende bloemen, daarboven steekt een kuif van groene bladeren uit. De stengel is onderaan niet - en bovenaan dicht bebladerd; de bloemen zijn geel of oranjerood, bloemde [N 92 (1982)] III-2-1
kelder kelder: kelder (Maastricht, ... ), kɛldər (Maastricht, ... ), Kolen oet de kelder hole De kelders van de naobersjap had heer doorsnuffeld  kelder (Maastricht) kelder [RND], [ZND 36 (1941)] || ondergrondse ruimte in een gebouw als bergplaats III-2-1
keldergat kelderlok: kelderlook (Maastricht), Door ¯t kelderlook is d¯n inbreker binne gekómme  kelderlook (Maastricht) keldergat || lucht en vensteropening in een kelder III-2-1