e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q095p plaats=Maastricht

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
korf korf: kø̜rǝf (Maastricht) In het algemeen een uit wissen gevlochten en van een hengsel voorziene mand. Zie ook afb. 284. [N 20, 53; N 40, 37; monogr.] II-12
korhoen poelepintadeu: End: coq / poule de bruyère; vgl nog fr. poule pintade > poelepetaat "parelhoen"(End)  poulepintadeu? (Maastricht) korhoen (53 vrij zeldzame heidevogel; haan staalblauw, hen bruin en kleiner; houdt in het voorjaar pronkbijeenkomsten op een open plek op de hei [N 09 (1961)] III-4-1
kornoelje (alg.) konkernol: kŏnkernŏl (Maastricht), koͅṇkernoͅ.l (Maastricht), kónkernol (Maastricht, ... ), kónkernolle (Maastricht), Endepols  kónkernol (Maastricht, ... ), kornoelje: kerjoelje (Maastricht), kernoelje (Maastricht, ... ), kornoelje (Maastricht), Endepols  kernoelje (Maastricht, ... ), WBD/WLD  kòrnoeljə (Maastricht) De kornoelje. De witte kornoelje; struik met witte bloemen en witte bessen, 2-3 m hoog; takken aan de zonzijde rood, in de schaduw geel. [N 82 (1981)] || De kornoelje. Gele kornoelje me gele bloemen en karmijnrode vruchten, 3-7 m hoog; de geelbruine schors schilfert in kleine schubben af. [N 82 (1981)] || De kornoelje. Rode kornoelje; struik met witte bloemen en blauwzwarte bessen; 2-5 m hoog; takken aan de zonzijde purperrood en aan de schaduwkant groen (kroelie, kornoelje). [N 82 (1981)] || kornoelje [ZND 01 (1922)] || vrucht en zaad van cornus mas, ook de boom III-4-3
kornoeljesoorten bramel: Endepols, rode k.  broumelle (Maastricht), morille: gele kornoelje  morille (Maastricht), rode konkernol: (mv. roej kónkernolle) Rode Kornoelje  roej kónkernol (Maastricht), rode kornoelje: WBD/WLD Rode Kornoelje  roejə kòrnoeljə (Maastricht), witte konkernol: (mv. witte kónkernolle)  witte kónkernol (Maastricht), witte kornoelje: WBD/WLD Witte kornoelje  wittə kòrnoeljə (Maastricht) De kornoelje. De witte kornoelje; struik met witte bloemen en witte bessen, 2-3 m hoog; takken aan de zonzijde rood, in de schaduw geel. [N 82 (1981)] || De kornoelje. Rode kornoelje; struik met witte bloemen en blauwzwarte bessen; 2-5 m hoog; takken aan de zonzijde purperrood en aan de schaduwkant groen (kroelie, kornoelje). [N 82 (1981)] || vrucht en zaad van cornus mas, ook de boom III-4-3
korporaal korporaal: kəpraol (Maastricht) korporaal [ZND m] III-3-1
korrel, maat van 0,1 gram korreltje: körrəlsjə (Maastricht) de maat die een gewicht aangeeft van 0,1 gram [korrel] [N 91 (1982)] III-4-4
korset keurslijfje: keurslijfke (Maastricht), korset (<fr.): kersèt (Maastricht, ... ), korsèt (Maastricht, ... ), korsèt(sje) (Maastricht) korset, rijglijf om de taille [rijlief, rellif, relf, ruls, stiklijst, stiflijk] [N 25 (1964)] || korset: keurslijf III-1-3
korst korst: koors (Maastricht), kruid: Verklw. kruutsje Pieke lösde de kroet neet  kroet (Maastricht), oude korst: verzamelfiche, ook materiaal van ZND 01 (a-m vraag 23 a en b zijn samengevoegd.  a:w ko:rs (Maastricht), verse korst: verzamelfiche, ook materiaal van ZND 01 (a-m vraag 23 a en b zijn samengevoegd.  ve:rsə ko:rs (Maastricht) broodkorst || eerste (verse) en laatste (oudbakken) korst van het brood [ZND 02 (1923)] || korst; de harde buitenkant van kaas, brood, een pasteitje noemt men in het Nederlands korst. Gebruikt men dit in uw dialect ook? Zo ja, hoe wordt het uitgesproken? [DC 44 (1969)] III-2-3
kort geknipt haar borstelig haar: beurstelig haor (Maastricht), borstelkopje: börstelköpke (Maastricht), jongenskop: joongəskop (Maastricht), mekkie: [&lt;fr. maquis?]  mekkie (Maastricht), pleeborstel: plee beurstel (Maastricht), polkakopje: ə pòlkaaköpkə (Maastricht), rattenkop: ratte kop (Maastricht), stoppels: stoppələ (Maastricht) overal kort geknipt hoofdhaar [tieters] [N 86 (1981)] III-1-1
kort onderrokje poeprokje: poeprokske (Maastricht), Verg. pitteleer*, pregeerjas*.  poeprökske (Maastricht), vrijschijtertje: vrijsjieterke (Maastricht) [poeprökske*]: kort onderrokje || onderrokje, kort ~ [piszieëlke, poeprökske] [N 24 (1964)] III-1-3