e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q095p plaats=Maastricht

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kruisarmen van het spoorwiel armen: armen (Maastricht) De vier gekruiste balken midden in het spoorwiel van de rosmolen. [N D, 27] II-3
kruisbeeld christuskruis: christuskruus (Maastricht), crucifix (<lat.): crusefix (Maastricht), krusefiks (Maastricht), krusefix (Maastricht), krussefiks (Maastricht, ... ), Kruusefiks (Maastricht), kruusiefiks (Maastricht), kruussefiks (Maastricht, ... ), kruuzefiks (Maastricht), kruuzefix (Maastricht), kruzefiks (Maastricht), kruzefix (Maastricht, ... ), krūū:se:fi:ks (Maastricht), krūūsefiks (Maastricht), krūūssefiks (Maastricht), ne kruuzefiks (Maastricht), zie bijlage:  kruzefiks (Maastricht), kruis: kruus (Maastricht), Kruus (Maastricht), kruus (Maastricht, ... ), kruzer (Maastricht), krūūs (Maastricht), zie bijlage:  kruus (Maastricht), kruisbeeld: kruusbeei̯ld (Maastricht), kruusbeeld (Maastricht, ... ), Kruusbeeld (Maastricht), kruusbeeld (Maastricht, ... ), kruusbeelt (Maastricht), kruusbeld (Maastricht), krūūsbeeld (Maastricht), krūūsbēēld (Maastricht), kruisje: kruiske (Maastricht, ... ), onzelieveheer: sleͅvəni‧r (Maastricht), slivenier (Maastricht), slivvenier (Maastricht, ... ) Crucifix. [ZND 01 (1922)] || Een beeld van Christus-aan-het-kruis [kruus, kruuts, kruu(t)sbeeld, kruusse-fiks?]. [N 96A (1989)] || Een kruisbeeld, het geheel van kruis en de eraan gehechte Christusfiguur. [N 96B (1989)] || H.Hartbeeld. [N 96B (1989)] || Kruisbeeld [slivvenier, kruus, kruussefiks]. [N 06 (1960)] III-3-3
kruisbeen kruisbeen: krȳsbɛi̯n (Maastricht) Heiligbeen, os sacrum; één der beenderen van het bekken. Het is een driehoekig beenstuk, ontstaan uit de vergroeiing van vijf wervels. [N 3A, 110a] I-11
kruisbes kroenzel: kroonsele (Maastricht), kro‧nsəl (Maastricht), krónsel (Maastricht, ... ), -  kroonsele (Maastricht, ... ), krònsele (Maastricht), mv: -e  kronsele (Maastricht), kroonsele (Maastricht), verzamelfiche, ook mat. van ZND01, u 138  kroͅnsəl (Maastricht), kroenzelenstruik: (Kruisbes).  króónsələstrōēk (Maastricht) [DC 13 (1945)]kruisbes [ZND 01 (1922)], [ZND 16 (1934)] || Welke dialectbenamingen van loofhoutgewassen kent u? [N 74 (1975)] I-7
kruisdagen kruisdagen: de Kruus-daog (Maastricht), de kruusdaog (Maastricht), kruusdaog (Maastricht, ... ) De drie dagen vóór Hemelvaartsdag, de kruisdagen [krütsdaag, kruusdaog]. [N 96C (1989)] III-3-3
kruisheer kruisheer: kruushier (Maastricht), krûushier (Maastricht) Een Kruisheer [Kruushier]. [N 96D (1989)] III-3-3
kruishout kruishout: krȳshǫwt (Maastricht) Houten tekengereedschap, bestaande uit een vierkant blokje waar een verstelbaar houten balkje doorheen is gestoken dat met behulp van een spie kan worden vastgeklemd. Zie ook afb. 101. Het kruishout wordt gebruikt om evenwijdige lijnen langs de rand van het werkstuk te trekken en om de afmetingen van de gaten en pennen van een pen-en-gatverbinding af te schrijven. Op het uiteinde van het kruishoutbeen is daartoe een kraspennetje aangebracht. Wanneer het kruishout met het blokje langs de rand van het werkstuk wordt voortbewogen, krast de pin een evenwijdig aan de rand lopende lijn in het hout. Zie voor de etymologie van het woord klitskeer ook het Tongers woordenboek (Stevens 1986), pag. 271, s.v. klïtsk√™er, ø̄kruishout, ritshoutø̄. [N 53, 191a; N G, 17a; monogr.] II-12
kruisjassen (kaartspel) kruisjassen: kry(3)̄sjasə (Maastricht) Namen [en beschrijving] van diverse kaartspelen zoals: [bonken, eenentwintigen, hoogjassen, kajoeteren, klaverjassen, kwetten, kruisjassen, liegen, pandoeren, petoeten, schuppemiejen, smousjassen, tikken, toepen, wijveren, zwartebetten, zwartepieten, zwik [N 88 (1982)] III-3-2
kruisje aan een kettinkje ketteltje met een kruisje: kettelke met e kruiske (Maastricht), kruisje: e krūīske drāge (Maastricht), kruiske (Maastricht, ... ), kruiskə (Maastricht), kruisje aan een ketteltje: kruiske aon è kèttelke (Maastricht) Een kruisje, aan een kettinkje om de hals gedragen. [N 96B (1989)] III-3-3
kruisje van de rozenkrans kruisje: kruiske (Maastricht, ... ), kruisje van de rozenkrans: ut kruiske vaan de roezekrans (Maastricht), rozenkranskruisje: roezekrans-kruiske (Maastricht), roezəkrànskruiske (Maastricht) Het kruisje aan de rozenkrans. [N 96B (1989)] III-3-3