e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q095p plaats=Maastricht

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
maandag voor aswoensdag carnavalsmaandag: carnavalsmaandag (Maastricht, ... ), karnəvalsmōͅndex (Maastricht), vastenavondmaandag: vastenaovendmaondag (Maastricht), vastenavondsmaandag: vastenaovendsmaondag (Maastricht) De naam voor de maandag vóór aswoensdag. [N 88 (1982)] || naam voor de maandag voor Aswoensdag [VC 26 (1961)] III-3-2
maandstonde maandelijkse mis: maondelikse mès (Maastricht) Een maandelijkse mis voor een overledene [maandstond?]. [N 96B (1989)] III-3-3
maanlicht maanlicht: maonleech (Maastricht), manenlicht: maoneleech (Maastricht) maanlicht III-4-4
maanmes halfmaanmes: halfmǭnmɛts (Maastricht) Mes waarmee men stukken leer voor de binnenhaam uitsnijdt. De vorm van het blad is een halve maan. Zie afb. 70. [N 36, 39; Li 1963, 38] II-10
maansverduistering maneclips: ps. boven de ‹ (= omgespeld!) moet nog een nasaleringsteken (~) staan; deze combinatieletter is niet te maken!  mōͅnəkleͅps (Maastricht, ... ) eclips (van de maan) [ZND 01 (1922)], [ZND 23 (1937)] III-4-4
maantje op de nagel maantje: maontsje (Maastricht), mäonsje (Maastricht), nagelriem: negelreem (Maastricht), wit boogje: wit bögskə (Maastricht) maantje: Lichter gekleurd gedeelte onderaan de vingernagels (maantje). [N 84 (1981)] III-1-1
maanx maan: maon (Maastricht, ... ), ps. bij benadering omgespeld volgens IPA; boven de halve rondje met : erachter (omgespeld: ‹) staat nog een ~; deze combinatieletter is niet te maken/om te spellen.  mōͅn (Maastricht, ... ), maantje: mäönsje (Maastricht) maan [ZND 01 (1922)], [ZND 30 (1939)] || maantje III-4-4
maat houden bij het dorsen slaghouden: slā.xhau̯ǝ(n) (Maastricht) Wanneer men met meer dan één man dorst, moet men goed de maat houden; zie ook de algemene toelichting bij deze paragraaf. In dit lemma staan de benamingen voor dit houden van de juiste maat bijeen. De uitdrukking boekweit dorsen, of beter: boekweitkoek dorsen of - slaan (en heteroniemen, zie het lemma ''boekweit'', 1.2.10) betekent doorgaans: "ritmisch, op maat dorsen"; de term is een onomatopee. Soms ook betekent de uitdrukking dat alle dorsers tegelijk slaan ten teken dat het dorsen klaar is. In L 326 merkt de zegsman opdat deze uitdrukking "verkeerd dorsen" betekent. Trompen is wel de benaming voor het ritmisch luiden van de kerkklok; vergelijk ook het type luiden zelf. Voor de fonetische documentatie van het woord [dorsen], zie het lemma ''dorsen'' (6.1.1).' [N 14, 12 en 14b; JG 1a, 1b; monogr.] I-4
maat, algemeen maat: maot (Maastricht, ... ), maot neumə (Maastricht), meter (Maastricht), ook in toepassing op lengte- en vlakte-eenheden.  maot (Maastricht), regel: regel (Maastricht) de eenheid waarmee lengten, inhouden etc. worden gemeten, in het algemeen [maat, pegel] [N 91 (1982)] || maat, afmeting III-4-4
maatje, maat van 0,1 liter maatje: muitsje (Maastricht), muitsjə (Maastricht), mäötsje (Maastricht), (b.v. cognac).  mäotsje (Maastricht), (vast).  mäötsjə (Maastricht), (vloeistof).  mäötsje (Maastricht), = 1 dl.  è mäösje olie (Maastricht), vloeistof.  mötsje (Maastricht) de maat die een inhoud aangeeft van 0,1 liter [maatje] [N 91 (1982)] III-4-4