e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q095p plaats=Maastricht

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
melkspiegel melkspiegel: mɛlkspēgǝl (Maastricht) Plaats achter de uier waar de haren in de verkeerde richting liggen. [N 3A, 118d] I-11
melkstoeltje driepootje: dręi̯putšǝ (Maastricht), melkstoeltje: męlǝkstø̄lkǝ (Maastricht), mɛlǝkstø̄lkǝ (Maastricht) Houten krukje met drie of vier poten waarop men zit bij het melken van de koeien. Zie afbeelding 10. [A 9, 13; A 42, 18a; JG 1d; monogr.] I-11
melktanden melktanden: mellek tan (Maastricht), mellektan (Maastricht), mēlktan (Maastricht), melktandjes: melktännekes (Maastricht) melktanden [zuiktande, zeuktaant, mammetandjes] [N 10 (1961)] III-1-1
melkzeef zeef: zeef (Maastricht), zijschotel: zišōtǝl (Maastricht) Voorwerp waarmee men melk zeeft. Het is een soort vergiet met als bodem een doek. De melk wordt uit de melkemmer via deze melkzeef in de melkbus gegoten. Hierdoor blijven grove verontreinigingen achter. Zie afbeelding 11. [A 18, 11a; L 48, 35.Ia; Lu 2, 35.Ia; Gwn 8, 6; JG 1d; monogr.] I-11
meloen meloen: meloen (Maastricht, ... ), Endepols  meloen (Maastricht, ... ), mèloen (Maastricht), WBD/WLD  məloen (Maastricht, ... ), məlŏĕn (Maastricht, ... ), WLD  meloen (Maastricht), məloen (Maastricht, ... ), sjarlot: eigen spellingsysteem  sjarlot (Maastricht) Een meloen, de komkommerachtige oranjekleurige of groene, sappige, smakelijke vrucht (meloen, kanteloep). [N 82 (1981)] || Hoe noemt u: meloen [N 71 (1975)] I-7
menen denken: deenkə (Maastricht), een mening hebben: meining höbbe (Maastricht), menen: meine (Maastricht, ... ), meinə (Maastricht, ... ), mejnə (Maastricht), mējnə (Maastricht), mijnə (Maastricht, ... ), mèinə (Maastricht), prakkezeren: Van Dale: prakkezeren, (volkst.), ook (standaardt.), prakkizeren, (inform.) 1. met overleg tot stand brengen; -2. bedenken, overwegen; -3. denken, nadenken, peinzen; -4. piekeren.  prakkezere (Maastricht) menen, bedoelen || Menen. [ZND m] || van mening zijn [peinzen, menen] [N 85 (1981)] III-1-4, III-3-1
menggereedschap meelschup: mēlšø̜p (Maastricht), schup: šø̜p (Maastricht), spatel: spartǝl (Maastricht) De houten schop of ander gereedschap, gebruikt bij het mengen van de bloem. Meestal gaat het om een houten schep of een niet al te grote houten schop van uiteenlopende vorm. De informant van Q 97 vermeldt dat de "spatel" een ovaalvormig blad heeft en een dikke ronde steel. Verschillende informanten (L 270, 318b, Q 193) zeggen dat het mengen met de hand gebeurt. Zie afb. 16. [N 29, 18b] II-1
mengmachine mengbak: meŋbak (Maastricht) Toestel waarmee verschillende soorten meel gemengd kunnen worden. [Jan 256; Coe 225; Grof 254] II-3
mengmachine voor deeg deegmachine: dęjxmǝšīn (Maastricht), deegmengmachine: dęjxmęŋmǝšīn (Maastricht), mengmachine: meŋmašīn (Maastricht) Door deze machine enkele minuten te laten draaien mengt men de verschillende soorten bloem. [N 29, 103] II-1
mens (alg.) mens: ook voor man (ironisch) en vrouw; zowel geringachting als sympathiek medelijden  mens (Maastricht), ook voor vrouw, niet voor echtgenoot; zowel geringachting als sympathiek medelijden  mens (Maastricht), ook voor vrouw; meestentijds geringachting, nooit sympathiek medelijden  mens (Maastricht), ook voor vrouw; zowel geringachting als sympathiek medelijden dat is mich ei mins; dat errem mins  mens (Maastricht), ook voor vrouw; zowel geringachting als sympathiek medelijden: iech wèl mèt dat mins niks te make höbbe - Dat èrrem mins  mens (Maastricht) mens; wordt mensch gebruikt in de betekenis van man? Spreekt een vrouw b.v. van mn mensch?, wanneer ze haar man bedoelt? Komt het mensch voor in de betekenis van vrouw? En bedoelt men met die zegswijze alleen geringachting of ook sympathiek medelijden? [DC 05 (1937)] III-2-2