e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q095p plaats=Maastricht

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
met de poten dicht bijeen staan (te) eng staan: eŋ stōn (Maastricht) [N 8, 78a en 78b] I-9
met de poten roeren door ketel trekken: dōr kētǝl trɛkǝn (Maastricht) Met de poten in het water bewegen om zo de haren beter te kunnen weken. [N 28, 22; monogr.] II-1
met de poten te ver uit elkaar staan uiteen staan: utęi̯n stǭn (Maastricht) [N 8, 78b] I-9
met de vlakke hand op iemands rug slaan een pats geven: n pats geeve (Maastricht), klatsen: klatsə (Maastricht), vegen: kletsen (Maastricht) Met de vlakke hand op iemands rug slaan [batsen, doezen]. [N 88 (1982)] III-3-2
met de voorpoten harkend over de grond krabben dabben: dabǝ (Maastricht), kretsen: krɛtsǝ (Maastricht) Met de hoeven in de aarde krabben of wroeten. [JG 1a; N 8, 74] I-9
met de zweep slaan of geluid geven klappen: klapǝ (Maastricht), kletsen: klɛtsǝ (Maastricht), smikken: smekǝ (Maastricht) Het slaan met de zweep brengt een knallend geluid voort. Terwijl in de enquête van J. Goossens het werkwoord zwepen in de jaren vijftig enkel voor Achel (L 282) en Hamont (L 286) werd opgetekend, vermeldt de enquête van P. Willems (1885)het nog voor een groot aantal gemeenten uit de beide Limburgen. Zie in dit verband ook ros voor "paard" (WLD I, afl. 9, p. 5). [JG 1a, 1b, 2c; L 8, 141a; Wi 42; monogr.] I-10
met een drijftol spelen kokkerellen: kokkerelle (Maastricht, ... ), kokkerèlle (Maastricht, ... ), /  kókkerelle (Maastricht), kókkerelle/ (Maastricht), Sub kókkerel.  kókkerelle (Maastricht) Hoe noemt men het spelen met dit speelgoed [kinderspeelgoed dat paddestoel- of kegelvormig is en dat met een zweep wordt voortgedreven]? [DC 24 (1953)] || Met de drijftol spelen. || met de tol spelen/ [SND (2006)] || tollen [SND (2006)] III-3-2
met een drijftol spelen add. de klots slaan: de klóts sloon (Maastricht) (Bij het dopspel) de klóts sloon geschiedt door, als de priktol bijna uitgedraaid is, met een slag het stoete te versterken en zo het prijsvoorwerp buiten de kring te drijven. III-3-2
met een priktol spelen dopje spelen: döpke speule (Maastricht), met de dop spelen: mèt d’u dop speule (Maastricht) Hoe noemt men het spelen met dit speelgoed [een stuk speelgoed dat in beweging wordt gebracht met behulp van een touwtje dat er omheen wordt gedraaid]? [DC 24 (1953)] III-3-2
met fakkels lopen fakkel (zn.): fakəl (Maastricht) Met fakkels lopen op de eerste zondag van de vasten. [N 88 (1982)] III-3-2