| 34152 |
bij dekking bevrucht |
behouden:
bǝhawǝ (Q095p Maastricht)
|
De koe is in eerste instantie vermoedelijk bevrucht, als de volgende tochtigheid uitblijft. Na verloop van tijd kan men constateren dat ze drachtig is geworden. [N 3A, 32a]
I-11
|
| 21655 |
bij handslag verkopen |
bij opslag verkopen:
bei opslaag (Q095p Maastricht),
hand erop:
d’n hand t’rop (Q095p Maastricht)
|
handslag, Iets bij ~ verkopen [N 21 (1963)]
III-3-1
|
| 33857 |
bij het stappen de hoeven naar buiten bewegen |
(het heeft de) franse gang:
fransǝ gā.ŋk (Q095p Maastricht),
maaien:
męi̯ǝ (Q095p Maastricht)
|
In dit lemma staan ook de antwoorden op vraag N 8, 77: "met de hoeven naar buiten gekeerd staan". [N 8, 72, 75, 77, 78a en 86]
I-9
|
| 33861 |
bij het stappen de hoeven niet voldoende opheffen |
slepen:
slęi̯pǝ (Q095p Maastricht)
|
[N 8, 80]
I-9
|
| 33859 |
bij het stappen de voeten kruiselings plaatsen |
kremmen:
krɛmǝ (Q095p Maastricht)
|
[N 8, 76]
I-9
|
| 33858 |
bij het stappen de voeten naar binnen keren |
haaks:
hǭks (Q095p Maastricht)
|
De hoeven staan haaks of op zijn Vlaams, in tegenstelling met de Franse stand (zie het vorige lemma). [N 8, 72 en 86]
I-9
|
| 21863 |
bij opbod verkopen |
bieden:
beeje (Q095p Maastricht),
beje (Q095p Maastricht),
opbieden:
opbeje (Q095p Maastricht),
roepen:
roopə (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
rope (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
veilen:
veile (Q095p Maastricht),
veilə (Q095p Maastricht)
|
bij opbod verkopen (aan de meest biedende) op een veiling [roepen] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
| 23756 |
bijbel |
bijbel:
beibəl (Q095p Maastricht),
biebel (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht)
|
De bijbel [biebel]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
| 23757 |
bijbelen |
bijbellezen:
biebel lezen (Q095p Maastricht)
|
Voortdurend en/of langdurig zitten lezen [biebele]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
| 32233 |
bijberries |
bijbomen:
bęjbø̜jm (Q095p Maastricht)
|
De beide balken die bij een hoogkar aan de buitenkant tegen en evenwijdig met de berries over de gehele lengte van de karbak worden aangebracht om het bodemvlak te vergroten. Zie ook afb. 197 en het lemma ɛberriesɛ in wld I.13, pag. 38 - 39.' [N G, 54c]
II-12
|