| 23579 |
vaste misgezangen |
vaste delen:
vaste dèle (gedeelten) (Q095p Maastricht),
vaste gezangen:
vaste gezange (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
vàstə gəzànge (Q095p Maastricht),
vaste misgezangen:
de vaste mès-gezenge (Q095p Maastricht)
|
De vaste misgezangen [Kyrie, Gloria, Credo, Sanctus, Agnus Dei]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
| 24854 |
vaste plant |
kruidachtige vaste plant:
krōētachtiga vàstə plànt (Q095p Maastricht)
|
Hoe noemt u een plant van niet beperkte levensduur die meestal door scheuren vermeerderd wordt (vaste plant) [N 73 (1975)]
III-4-3
|
| 34272 |
vaste uitwerpselen |
drek:
drɛk (Q095p Maastricht),
keutel (enk):
kø̄tǝl (Q095p Maastricht),
krenten:
krɛ̄.ntǝ (Q095p Maastricht),
krissetjes:
krisikǝs (Q095p Maastricht),
krissie:
kresi (Q095p Maastricht),
schaapskeutelen:
šǭpskø̄tǝlǝ (Q095p Maastricht),
schapenkeutelen:
šǭpǝkø̄tǝlǝ (Q095p Maastricht),
stront:
stront (Q095p Maastricht),
strōnt (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht)
|
[N 76, 35; A 9, 24d]In de vragen L 20, 22f en A 4, 22f werd ook gevraagd naar het gebruik van schapenmest. Uit de antwoorden blijkt dat schapenmest kon dienen als bemesting in het algemeen en als weiland- en bloembemesting. Ook vermengde men schapenmest met stalmest. Schapenmest werd wel eens gebruikt om stokbomen in te planten. [N 77, 122; L 20, 22f; A 4, 22f; A9, 24c] || Vaste uitwerpselen van vee. [JG 1a, 1b; A 9, 24e; A 9, 28c; monogr.]
I-11, I-12
|
| 33363 |
vaste voer- en drinkbak |
krib:
krep (Q095p Maastricht),
krøp (Q095p Maastricht),
trog:
trōx (Q095p Maastricht),
voerkrib:
vōrkrep (Q095p Maastricht)
|
De opgemetselde bak of goot, soms in vakken verdeeld, die vóór de koeien langs loopt, waaruit de koeien eten en drinken. De hoogte van de bak verschilt van plaats tot plaats. Het water wordt het laatst in de bak gedaan. De bak is dan meteen schoon. Zie ook het vorige lemma "voer- en drinkgoot" (2.2.14). Zie ook afbeelding 10 bij het lemma "koeienstand" (2.2.23). [N 5A, 37b; N 4, 76; N 5, 96; L 1, a-m; L A1, 174; S 19; Wi 4; monogr.; add. uit N 5A, 37a; A 10, 10]
I-6
|
| 23938 |
vasten |
vasten:
vaste (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht)
|
Het zich geheel of gedeeltelijk onthouden van eten; in het bijzonder: slechts eenmaal per dag een volle maaltijd gebruiken, vasten [vaste, va.ste]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
| 22648 |
vastenavond |
carnaval:
carnaval (Q095p Maastricht),
vastelavond:
vastelaovend (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht),
vastəloͅ.vənt (Q095p Maastricht),
#NAME?
vastelaovend (Q095p Maastricht),
vastenavond:
vastenaovend (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
vastenaovent (Q095p Maastricht),
vastenavond (Q095p Maastricht),
vastə aovənd (Q095p Maastricht)
|
De zondag vóór Aswoensdag, vastenavond [vasteloaëved]. [N 96C (1989)] || t Is Vastenavond. [ZND 08 (1925)] || Vastenavend: de 3 dagen voor Aswoensdag. || vastenavond [RND]
III-3-2
|
| 23332 |
vastendag |
vastendag:
vastedaag (Q095p Maastricht),
vastendaag (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht)
|
Een vastendag [vassendag, vasseldag]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
| 23783 |
vastenpreek |
meditatie (<fr.):
meditatie (Q095p Maastricht),
van de vasten:
vaan de vaste (Q095p Maastricht),
vastenpreek:
de vaste-preek (Q095p Maastricht),
vaste-preek (Q095p Maastricht),
vastepreek (Q095p Maastricht),
vàstəpreek (Q095p Maastricht)
|
De vastenpreek tijdens het lof op de zondagen van de vasten. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
| 23331 |
vastentijd |
grote vasten:
groete vàste (Q095p Maastricht),
vasten:
de Vaste (Q095p Maastricht),
vaste (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
vastentijd:
de vastentied (Q095p Maastricht),
vaste tied (Q095p Maastricht)
|
De periode van Aswoensdag tot Pasen (de grote vasten, vastentijd). [N 96C (1989)]
III-3-3
|
| 26650 |
vat |
vat:
vā.t (Q095p Maastricht)
|
Graanmaat. Naar gelang de streek kan de inhoud van een vat verschillen. Voor zover door de invullers opgegeven, is achter het plaatscodenummer tussen ronde haken het aantal kiloɛs vermeld.' [JG 1b; JG 1c; JG 2c; Jan 141; Coe 263; Grof 288; monogr.]
II-3
|