24143 |
europese kanarie |
wilde kanarie:
wèlle kanarie (Q095p Maastricht)
|
kanarie, Europese ~ (11,5 gelig-bruinig; heel kort bekje, gele stuit; nog niet lang hier op trek; nog zeldzaam; meest in Oost-Brabant; laatste tijd als bastaard * gewone kanarie in kooi; zang stelt niet veel voor, rinkelend [N 09 (1961)]
III-4-1
|
23610 |
evangelie |
evangelie:
eevaangeelie (Q095p Maastricht),
evangelie (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
Evangelie (Q095p Maastricht),
evangelie (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
evangélie (Q095p Maastricht),
tweede lezing:
de twiede lezing (Q095p Maastricht)
|
De tweede lezing, het evangelie [t evangillie, evangjillióm?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
24314 |
everzwijn |
zwijn:
zwèin (Q095p Maastricht)
|
zwijn [ZND m]
III-4-2
|
29622 |
extra hard werken |
pompen:
pōmpǝ (Q095p Maastricht)
|
Zie voor het woordtype travakken ook Stevens, T√∫ngërsë Dïksjën√™√™r, pag. 588 s.v. tr√†v√†kke. [N 98, 31; N 98, 32; monogr.]
II-8
|
26537 |
ezel |
klinkijzer:
kleŋk˱īzǝr (Q095p Maastricht)
|
Aambeeldachtig, stalen hulpgereedschap dat door metaalbewerkers wordt gebruikt om metalen platen te bewerken, kachelpijpen hun vorm te geven en te klinken, etc. Het bestaat uit een soort stang die in een bankschoef kan worden geklemd, in het aambeeldgat van het aambeeld kan worden geplaatst of onder een kram op de werkbank of het werkblok kan worden vastgezet. Het werktuig kan verschillende vormen hebben. Zo bestaan er uitvoeringen met ronde of vierkante doorsnede; ook kan de bovenzijde van het werktuig plat of rond zijn. De ezel is aan één, vaak ook aan beide kanten te gebruiken. Soms is er een bolle, hoekige of platte verhoging op aangebracht. Zie ook afb. 164. De informant uit Q 121 kende twee soorten koperslagersezels. De ene was voorzien van twee rechte banen, de andere van één rechte baan en een ronde kop. Beide ezels werden gebruikt voor het bewerken van plaatmateriaal. In L 210 lag de ezel in een houten blok en had het werktuig verschillende vormen: groot, kort, dik en dun. Ook de informanten uit L 246, L 266 en L 329 kenden ezels met ronde en vierkante kop. [N 33, 211; N 33, 238a-c; N 33, 242a-b; N 64, 37a-b; N 66, 18a-b; monogr.]
II-11
|
30150 |
ezelsrug |
ezelerug:
ēzǝlǝrø̜k (Q095p Maastricht)
|
Een uit metselstenen vervaardigd en aan weerszijden enigszins overstekend, kapvormig bovendeel van een muur. Zie afb. 43. [N 31, 43a; monogr.]
II-9
|
19423 |
fakkel |
fakkel:
fakkel (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht)
|
In een licht ontvlambare stof gedrenkt stuk hout als verlichtingsmiddel (fakkel, toorts, askel, lont) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
22485 |
fakkeloptocht |
fakkeloptocht:
fakəloͅptoͅx (Q095p Maastricht)
|
Een optocht s avonds of s nachts waarbij fakkels meegedragen worden. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
20172 |
familie |
familie:
də fəmīēlie (Q095p Maastricht),
famili (Q095p Maastricht),
familie (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht),
famĭĕlĭĕ (Q095p Maastricht),
femielie (Q095p Maastricht),
femilie (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
fəmielie (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht),
fəmīēlīē (Q095p Maastricht),
fəmīēlĭĕ (Q095p Maastricht),
rechte femilie (Q095p Maastricht),
meestal -
rechte femilie (Q095p Maastricht),
geparenteerd:
gepaarenteert (Q095p Maastricht),
geparanteerd (Q095p Maastricht),
magen:
cf. VD s.v. "I. maag"(mv. magen) = bloedverwant
maogen (Q095p Maastricht)
|
bloedverwant || familie [ZND 11 (1925)] || het geheel van bloedverwanten van dezelfde naam [familie, volk, parentatie, vriend] [N 87 (1981)] || het verwant-zijn, de familiebetrekkingen, de verwantschap [parentatie] [N 87 (1981)] || verwant; wij zijn niet verwant [ZND 11 (1925)] || verwantschap; bloedverwanten
III-2-2
|
22664 |
fanfare |
fanfare:
famfār (Q095p Maastricht),
fanfār (Q095p Maastricht),
fāmfār (Q095p Maastricht),
Dao kaom de dipputasie van Bemelraoj mèt de veendel vaan de -: muziekkorps uitsluitend met slag- en blaasinstrumenten.
famfaar (Q095p Maastricht)
|
Een muziekkorps dat bestaat uit koperen blaasinstrumenten en slagwerk [fanfare, fanfaar, muziek]. [N 90 (1982)] || Fanfare.
III-3-2
|