e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maastricht

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
goedzak godsblok: gaodsblok (Maastricht, ... ), gaotsblok (Maastricht), goutsblok (Maastricht), gòdsblok (Maastricht), gödsblok (Maastricht), goede bluts: gooj blöts (Maastricht), gōōj blöts (Maastricht), goede jong: tezunəgojəjoŋ (Maastricht), goedzak: goodzak (Maastricht), gootzàk (Maastricht), ənə goodzàk (Maastricht), stuk goud: stök goud (Maastricht), sul: ook materiaal znd 24, 22  sūl (Maastricht) een persoon die altijd goed handelt en goed is voor andere mensen [goedzak, godsblok] [N 85 (1981)] || goedzak [ZND 01 (1922)] || t Is zulk een goeie jongen. [ZND 08 (1925)] III-1-4
golf golf: golf (Maastricht), gollef (Maastricht, ... ), golleve (Maastricht), golləf (Maastricht), gòlləf (Maastricht), gòlləv (Maastricht), gòləf (Maastricht), rimpel: rimpels (Maastricht) golf, bolle verheffing op de waterspiegel, meestal veroorzaakt door de wind [baar, zwolp] [N 81 (1980)] III-4-4
golven ww. golven: golleve (Maastricht, ... ), golləvə (Maastricht), golve (Maastricht, ... ), gōlvə (Maastricht), gòlləvə (Maastricht, ... ), gólləvə (Maastricht) golven (ww), rijzen en dalen van water [gurzelen] [N 81 (1980)] III-4-4
gom caoutchouc: Endepols  caoutchou (Maastricht), gom: gom (Maastricht), Endepols  gom (Maastricht, ... ), WLD  gum (Maastricht), hars: hars (Maastricht), Endepols  hars (Maastricht), WBD/WLD  hàrs (Maastricht) De kleverige, doorschijnende vloeistof die uit spleten of insnijdingen in sommige bomen vloeit en in de lucht hard word; deze stof is i.t.t. hars niet oplosbaar in alcohol of ether gom, plek). [N 82 (1981)] III-4-3
gombal spek: spek (Maastricht), spinnekop: spinnekop (Maastricht), zjiep: gegip (Maastricht), zjezjip (Maastricht), zjuuzip (Maastricht), zjiep-ke: zjuzjipkə (Maastricht), zjŭŭzjipkə (Maastricht) siepke; Hoe noemt U: Een balletje van gesuikerde arabisch gom (siepke) [N 80 (1980)] III-2-3
gonzen gonzen: gonzǝ (Maastricht) Brommend of zoemend geluid maken door de bijen. [monogr.] II-6
gooien flikkeren: idiosyncr.  flikkere (Maastricht), gooien: goeie (Maastricht, ... ), goeijen (Maastricht), goeje (Maastricht, ... ), idiosyncr.  goeie (Maastricht), goeje (Maastricht, ... ), goje (Maastricht), mikken: idiosyncr.  mikke (Maastricht), smijten: smiete (Maastricht), smīēte (Maastricht), smītə (Maastricht), idiosyncr.  smiete (Maastricht) gooien [goesje] [N 38 (1971)] || gooien; inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 26 (1964)] || smijten [ZND 25 (1937)], [ZND m] III-1-2
gootsteen pompensteen: oorspr. onder de pomp De pómpstein is verstop  pómpestein (Maastricht), pompsteen: po.mpsteͅ.i̯n (Maastricht) gootsteen [ZND m] III-2-1
gort gort: gort (Maastricht, ... ), gòrt (Maastricht), grut: grut (Maastricht), grutten: grutte (Maastricht, ... ), gruttə (Maastricht, ... ), meervoud  grutte (Maastricht), grutterswaren: grutterswaore (Maastricht), grötterswaore (Maastricht), semoule (fr.): səmoel (Maastricht) gort; Hoe noemt U: Graan dat op de molen verbrijzeld is, grutten (gort, grut, smoel) [N 80 (1980)] III-2-3
gortpap gerstepap: geerste pap (Maastricht) brij; Hoe noemt U: Half vast, half vloeibaar gekookt gerecht van een heel of half gemalen graansoort (gort of meel) of rijst (brij, kwet, prol, pap) [N 80 (1980)] III-2-3