31377 |
grove vijl |
grove vijl:
grōf ˲vęjl (Q095p Maastricht)
|
Vijl met een grof bekapt blad. Doorgaans heeft het blad van een deze vijl minder dan 26 tanden per inch (vgl. Handboek Gereedschap, pag. 238). De grove vijl wordt gebruikt bij het bewerken van zachte metalen waarvan men in korte tijd een grote hoeveelheid materiaal wil verwijderen (V.d. Kloes en Risch, pag. 251). Verschillende informanten gaven als antwoord op de vraag naar de ...grove vijl" een variant van het woordtype bastaardvijl. De fonetisch gedocumenteerde gegevens hiervan zijn opgenomen in het lemma "bastaardvijl". Volgens de invuller uit K 353 werd de grove vijl voor bruut werk (brøt wɛrǝk) gebruikt.' [N 33, 86; N 64, 53d]
II-11
|
18872 |
gruwelijk |
afgrijselijk:
aofgrijselik (Q095p Maastricht),
afschuwelijk:
aschuwelik (Q095p Maastricht),
bangelijk:
benkelik (Q095p Maastricht),
beestig:
biestig (Q095p Maastricht),
erg:
errig (Q095p Maastricht),
griezelig:
griezelig (Q095p Maastricht),
gruwelijk:
grouwelik (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
grouwəlik (Q095p Maastricht),
gruuwəluk (Q095p Maastricht),
lelijk:
lielik (Q095p Maastricht),
verschrikkelijk:
versjrikkelik (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
vərsjrikkələk (Q095p Maastricht),
vervaarlijk:
vervierlik (Q095p Maastricht),
vreselijk:
vreiselek (Q095p Maastricht),
vreiselik (Q095p Maastricht)
|
grote schrik opwekkend, afschuwwekkend [erg, gruwelijk, ijselijk] [N 85 (1981)] || vervuld worden van afgrijzen, iets heel erg afschuwelijk vinden [ijzen, schruwen, grijzelen, grillen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
24780 |
guichelheil |
rode pimpernel:
WLD
roejə pimpərnèl (Q095p Maastricht)
|
Guigelheil (anagallis arvensis 5 tot 40 cm lage plant. De stengels zijn liggend; de bladeren zijn eivormig en ongesteeld, ze groeien tegenoverstaand; de bloemen groeien in de bladoksels, de bloemen zijn langesteeld met klierachtig behaarde kroonslippen, [N 92 (1982)]
III-4-3
|
19082 |
guit |
schind-aas:
sjinnaos (Q095p Maastricht)
|
guit [DC 11]
III-1-4
|
19103 |
guit, schalk |
kwast:
ook materiaal znd 24, 35
kwas (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
rare chinees:
ook materiaal znd 24, 35
rārə šinēs (Q095p Maastricht)
|
guit (grappenmaker) [ZND 24 (1937)]
III-1-4
|
18834 |
guitig |
flauwekul:
flawwekuil (Q095p Maastricht),
geestig:
geistig (Q095p Maastricht),
guitig:
gutig (Q095p Maastricht),
guitsig:
guutsig (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht),
lollig:
lollig (Q095p Maastricht),
lòlləch (Q095p Maastricht),
tokkerig:
tōēkərig (Q095p Maastricht)
|
vrolijk plagend of op overmoedige wijze grappig [farsig, guitig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
21331 |
gulden |
gulden:
ene gölden (Q095p Maastricht),
ene piek (Q095p Maastricht),
geͅldə (Q095p Maastricht),
gulle (Q095p Maastricht),
gölde (Q095p Maastricht),
göldə (Q095p Maastricht),
Algemene opmerking: deze vragenlijst/dit antwoord zo letterlijk mogelijk overgenomen (dus niet omgespeld!).
gölle (Q095p Maastricht),
Algemene opmerking: deze vragenlijst/dit antwoord zo letterlijk mogelijk overgenomen, dus niet omgespeld!
ene gölle (Q095p Maastricht),
gölde (Q095p Maastricht),
piek:
piek (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht)
|
gulden [ZND 01 (1922)], [ZND m] || gulden, een ~ [kent uw dialect ook namen als piek, pieterman of andere?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
23267 |
gulden mis |
gouden mis:
gouwe mès (Q095p Maastricht),
gulden mis:
de gulde-mès (Q095p Maastricht),
guldəmès (Q095p Maastricht)
|
De mis op quatertemperwoensdag van de Advent, guldenmis, noodmis [julde maes]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
18541 |
gulp van een broek |
gulp:
gulp (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
göllep (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
gölp (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht),
gùllep (Q095p Maastricht)
|
broek met een split aan de voorkant [fluitjesbroek] [N 23 (1964)] || dit split [N 59 (1973)] || gulp, met knoopjes te sluiten voorsplit [rötsj, fluitje] [N 23 (1964)] || gulp: opening, split
III-1-3
|
20495 |
gulzig |
gulzig:
gólzig (Q095p Maastricht),
gölzich (Q095p Maastricht),
gölzig (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht),
gölzəg (Q095p Maastricht),
slokachtig:
slókechtig (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
slokketig:
slókketig (Q095p Maastricht),
slókkətig (Q095p Maastricht),
oo kort
slookətig (Q095p Maastricht),
varkensachtig:
da⁄s vèrkəsègtig (Q095p Maastricht)
|
gulzig; Hoe noemt U: Snel en onmatig in het verorberen van voedsel of drank; schrokachtig (gulzig, gruizig, vratig, slokachtig) [N 80 (1980)]
III-2-3
|