e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maastricht

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
heggenmus bastaardnachtegaal: bastaard-nachtegoal (Maastricht), grasschijter: graassjieter (Maastricht), heggenmus: hèggemösch (Maastricht), hègkemösj (Maastricht, ... ), taats: taatsj (Maastricht) heggemus (14,5 overal bekend; grauw, zit graag onder en in heggen; nestje heeft mos binnenin; blauwe eitjes; zang helder krinkelend, ook s winters [N 09 (1961)] || Hoe heet de heggemusch? [DC 06 (1938)] III-4-1
heggenschaar heggenschaar: hègkesjier (Maastricht), Mèt de hègkesjier ¯t graas aofdoen is zier vermeujend  hègkesjier (Maastricht) grote tuinschaar || haagschaar III-2-1
heibezem heibezem: heibessem (Maastricht), heijbèssem (Maastricht), De heij, boe me heijbesseme van maakde  heijbessem (Maastricht), Zie tekening: 1 (links)  heͅi̯bɛsəm (Maastricht), Zie tekening:1 (links) gemaakt uit hei  hei-bessem (Maastricht) bezem (soorten) [DC 15 (1947)] || bezem gemaakt van heitakjes (heiwasser, heibezem) [N 20 (zj)] || heibezem III-2-1
heiblok heiblok: hɛjblǫk (Maastricht) Zwaar houten blok waaraan verschillende handvatten zijn bevestigd. Het heiblok wordt bij het aanleggen van een pomp gebruikt bij het in de grond slaan van buizen. Zie ook afb. 245 en het lemma ɛhandheiɛ in WLD deel II.9, pag. 53. Het betreft daar een vergelijkbaar werktuig voor het heien van funderingspalen. Het woordtype heiblok op drie-/drijpoot is van toepassing op een trekhei, een heistelling in de vorm van een driepoot waaraan een katrol is gemonteerd. Over de schijf loopt een dik touw waar aan één uiteinde het heiblok is vastgemaakt. Het toestel wordt door spierkracht of met behulp van een stoommachine, een elektromotor of een verbrandingsmotor aangedreven. In de laatste drie gevallen wordt daarbij gebruik gemaakt van een liertoestel. Zie ook het lemma ɛtrekheiɛ in WLD deel II.9, pag. 54. In P 219 werden de buizen met behulp van een voorhamer (v0rhqm9r) in de grond gedreven.' [N 33, 336] II-11
heien heien: hɛjǝ (Maastricht) Palen met behulp van een heitoestel in de grond slaan. [N 31, 5a; monogr.] II-9
heilaarde, dichte zwarte grond drek: drek (Maastricht, ... ), helle grond: helle grónd (Maastricht), zwarte aarde: zwarte eerd (Maastricht) zwarte, ondoordringbare aarde [schurft, heilaarde] [N 81 (1980)] III-4-4
heilig heilig: heilig (Maastricht, ... ), hèlleg (Maastricht), hè‧ləg (Maastricht, ... ), hɛleͅgə (Maastricht) Heilig [hèllig, hillig]. [N 96D (1989)] || Heilig. [ZND 01 (1922)], [ZND m] III-3-3
heilig graf rustaltaar: rös altaar (Maastricht), ?  Rösaltaar (Maastricht), uitstalling van het allerheiligste: oetstalling vaan ut allerheiligste (Maastricht) De plaats, het rustaltaar waar op Witte Donderdag de geconsacreerde Hostie bewaard wordt, het H. Graf. [N 96C (1989)] III-3-3
heilig hartbeeld heilig hart: heilig hart (Maastricht, ... ), hellig hart (Maastricht, ... ), ə heiləghart (Maastricht), heilig hartbeeld: `n Heilig Hartbeeld (Maastricht), h hartbeeld (Maastricht), H. Hartbeeld (Maastricht), heilig hartbeeld (Maastricht, ... ), heiləghartbeelt (Maastricht), hèlleg hertbeeld (Maastricht), hèllig hartbeeld (Maastricht), hèllig Hartbeeld (Maastricht), hèllighartbeeld (Maastricht), Ook: `t Hart vaan Zjezes.  Hèllig Hart beeld (Maastricht), heilig hartsbeeld: H. Hartsbeeld (Maastricht), jezus: zjezers (Maastricht), jezusje: zjezeke (Maastricht) Een beeld van Jezus die zijn hart toont (H.Hart). [N 96A (1989)] || H.Hartbeeld. [N 96B (1989)] III-3-3
heilig hartlampje devotielampje: devosielempke (Maastricht, ... ), devotielempke (Maastricht, ... ), devotielichtje: devosieleechske (Maastricht), godslampje: `t Gods-lempke (Maastricht), gōdslempke (Maastricht), godslicht: goads leech (Maastricht), heilig hartlampje: heiləghàrt lèmpkə (Maastricht), Hèllig Hart-lempke (Maastricht) Het altijd brandend electrisch devotielichtje bij het H.Hartbeeld [H.Hartlemp-ke?. [N 96B (1989)] III-3-3