31816 |
keerbeitel |
dekbeitel:
dęk˱bęjtǝl (Q095p Maastricht)
|
De bovenste, niet snijdende beitel van sommige houtschaven die boven op de schaafbeitel bevestigd is. Zie ook afb. 31d. De keerbeitel voorkomt dat er bij het schaven houtvezels uit het hout worden getrokken. Daarom wordt de keerbeitel zo dicht mogelijk tegen de snede van de schaafbeitel geplaatst. [N G, 35c; N 53, 54g; monogr.]
II-12
|
32739 |
keerstrook, wendakker |
voordel:
vø̄rdǝl (Q095p Maastricht)
|
Een keerstrook of wendakker is de strook grond aan het uiteinde van een akker waar de ploeg gekeerd wordt. Deze strook ligt dwars op de voren van het groot geploegd middendeel. Als men aan het voor- en achtereinde van de akker niet op een belendend perceel of op een (veld)weg kan keren, heeft men twee keerstroken nodig. De keerstrook werd oorspronkelijk onbebouwd gelaten, later werd ook zij geploegd. Een aantal benamingen kunnen ook gebruikt worden voor een strook grond in het algemeen; soms wordt er op gewezen dat men via de keerstrook toegang tot het perceel heeft. De strook is breder dan normaal als zij in de lengterichting aan een afrastering of haag grenst. [N 11, 50a; N 11A, 125b; JG 1a + 1b + 1c; JG 2b + 2c; A 18, 2; A 33, 3 + 4 + 5; L B2, 246; L 34, 47; monogr.]
I-1
|
19926 |
keffen |
kaffen:
Endepols
kagge (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
keffen:
keffe (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
keffə (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht),
\'keffe - kefde - gekef\'
keffe (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
Endepols
keffe (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht),
ideosyncr.
keffe (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
WBD/WLD
keffə (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht),
kèffə (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht)
|
Hoe noemt u hoog en snel blaffen, vooral van kleine honden (keffen, kneffen) [N 83 (1981)] || keffen [ZND 01 (1922)], [ZND 27 (1938)]
III-2-1
|
22790 |
kegel |
kegel:
kèigel (Q095p Maastricht),
De -e opzètte, umgoje; mèt -e speule.
keigel (Q095p Maastricht)
|
Er zijn negen kegels. [ZND m] || Kegel: figuur van het kegelspel.
III-3-2
|
22418 |
kegelen |
kegelen:
keigelen (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
kēgələ (Q095p Maastricht),
keͅigələ (Q095p Maastricht),
[Met afbeelding].
keigele (Q095p Maastricht),
met kegels spelen:
Sub keigel.
mèt keigele speule (Q095p Maastricht)
|
[Kegelen: a) het kegelspel spelen]. || De sport bedrijven waarbij met een bal getracht moet worden een aantal flesvormige houten voorwerpen, de kegels, omver te werpen [kegelen, bollen]. [N 88 (1982)] || Kegelen: a) het kegelspel spelen.
III-3-2
|
22789 |
kegels (mv.) |
kegelen:
mɛtə kɛ.gələ wyərt ne.t mi gəspɛlt (Q095p Maastricht)
|
met de kegels wordt er niet meer gespeeld [RND]
III-3-2
|
29615 |
kei, voorkomend in de kleilagen |
klauw:
klaw (Q095p Maastricht),
steen:
štęjn (Q095p Maastricht)
|
[N 98, 24; monogr.]
II-8
|
20054 |
keizerskroon |
keizerskroon:
Spelling: \"fonetisch\
keizerskroen (Q095p Maastricht)
|
Keizerskroon (fritillaria imperialis). De stengel draagt aan zijn top een krans van hangende bloemen, daarboven steekt een kuif van groene bladeren uit. De stengel is onderaan niet - en bovenaan dicht bebladerd; de bloemen zijn geel of oranjerood, bloemde [N 92 (1982)]
III-2-1
|
19664 |
kelder |
kelder:
kelder (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
kɛldər (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
Kolen oet de kelder hole De kelders van de naobersjap had heer doorsnuffeld
kelder (Q095p Maastricht)
|
kelder [RND], [ZND 36 (1941)] || ondergrondse ruimte in een gebouw als bergplaats
III-2-1
|
19750 |
keldergat |
kelderlok:
kelderlook (Q095p Maastricht),
Door ¯t kelderlook is d¯n inbreker binne gekómme
kelderlook (Q095p Maastricht)
|
keldergat || lucht en vensteropening in een kelder
III-2-1
|