17950 |
beweeglijk rondlopen |
bedrijvig rondlopen:
bedrievig roondloupe (Q095p Maastricht),
lopen met kwik in de benen:
mèt kwik in de bein loupe (Q095p Maastricht),
vief lopen:
vief loupe (Q095p Maastricht)
|
lopen: beweeglijk rondlopen [ritse, kwinkeleere] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
19238 |
bewerkelijk (zijn) |
bewerkelijk:
bəwērkələk (Q095p Maastricht),
bəwérkəlik zien (Q095p Maastricht),
difficile (fr.):
diffisiel (Q095p Maastricht),
ingewikkeld:
ingewikkeld (Q095p Maastricht),
lastig:
lestig (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
niet gemakkelijk:
neet gemeekəluk (Q095p Maastricht)
|
niet eenvoudig wat de bewerking betreft, veel tijd eisend [ruizig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19239 |
bewerkelijk werk |
lastig werk:
lestig werrek (Q095p Maastricht)
|
niet eenvoudig wat de bewerking betreft, veel tijd eisend [ruizig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
32267 |
bewerken met het haalmes |
de binnenkant afsnijden:
dǝ benǝkānt˱ āfsnęjǝ (Q095p Maastricht),
de binnenkant bewerken:
dǝ benǝkānt˱ bǝwęrkǝ (Q095p Maastricht)
|
De duigen aan de binnenkant met behulp van het haalmes licht uithollen. Daardoor kunnen de duigen later gemakkelijker worden gebogen. [N E, 17b]
II-12
|
32265 |
bewerken met het snijmes |
de buitenkant afsnijden:
dǝ būtǝkānt˱ āfsnęjǝ (Q095p Maastricht),
de buitenkant bewerken:
dǝ būtǝkānt˱ bǝwęrkǝ (Q095p Maastricht)
|
De duig aan de buitenzijde met behulp van het snijmes in de lengterichting licht bol snijden. Het snijmes wordt ook gebruikt om de zijkanten van de duig te bewerken. Het middengedeelte van een duig wordt breder gelaten dan de beide uiteinden. [N E, 17a]
II-12
|
32261 |
bewerken van de duig voor het drogen |
afwerken:
ǭfwɛrǝkǝ (Q095p Maastricht)
|
De duig na het klieven een eerste, ruwe bewerking geven met behulp van de kuipersbijl en het kapmes. Het hout is dan nog zacht en daardoor makkelijker te bewerken dan gedroogd hout. [N E, 12; N E, 13a]
II-12
|
25573 |
bewerken van het deeg op de werktafel |
doorslaan:
dōrslōn (Q095p Maastricht),
neerslaan:
nērslōn (Q095p Maastricht),
plathouwen:
plathǫwǝ (Q095p Maastricht),
platkloppen:
platklopǝ (Q095p Maastricht),
rijzen:
ręjzǝn (Q095p Maastricht),
toehouwen:
tǫwhǫwǝ (Q095p Maastricht)
|
De vraagstelling van N 29, 30b was: Welke bewerking ondergaat het deeg hier (op de werktafel): 1. platkloppen. 2. droogwerken. 3. doorslaan, 4. nog andere bewerkingen? Deze vraagstelling heeft de informanten toch wel problemen bezorgd bij de invulling. Woordtypen uit groep 4 en uit groep 1, 2 en 3 die per se iets anders aanduiden dan "platkloppen", "droogwerken" en "doorslaan", zijn naar de desbetreffende lemmata overgebracht. In dit lemma zijn vooral de synoniemen van ..platkloppen", "droogwerken" en "doorslaan" verwerkt. De voorrijs wordt beëindigd door de doorslag. Wanneer het deeg in de trog ligt, wordt het met de hand in stukken verdeeld, die gevouwen en gekneed worden, zodat het grootste gedeelte van het gevormde koolzuurgas en de gevormde alcohol eruit verwijderd worden (Schoep blz. 97). Door de doorslag wordt echter ook de kleefstof weer in aanraking ge-bracht met nieuw, ongebonden water, waardoor de nazwelling van de kleefstof bevorderd wordt. Hierdoor wordt het deeg droger (Schoep blz. 98). [N 29, 30b; N 29, 34; monogr.]
II-1
|
23560 |
bewieroken |
berookt worden:
berök weure (Q095p Maastricht),
bewieroken:
bewierooke (Q095p Maastricht),
bewierouke (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht),
bewieruike (Q095p Maastricht),
wieroken:
wieroke (Q095p Maastricht),
wierookə (Q095p Maastricht),
wierouke (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht)
|
Wieroken, bewieroken [wiereke?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
25231 |
bewolking |
bewolking:
bewolking (Q095p Maastricht),
də bəvoͅlkeŋ (Q095p Maastricht),
wolken:
de wolleke (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
wolleke (Q095p Maastricht)
|
bewolking, zwerk, wolkendek [schoft] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
25107 |
bewolkte lucht |
bewolkte hemel:
d’n hiemel is bewollek (Q095p Maastricht),
bewolkte lucht:
de loch, d’n hemel is bewolk (Q095p Maastricht),
de loch, d’n hiemel is bewolk, de zuus gein stare (Q095p Maastricht),
de loch, d’n hiemel is bewollek, de zuus gein stare (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
de lucht zit toe:
de loch zit tow (Q095p Maastricht)
|
Hoe zegt men in uw dialect: De lucht, de hemel is bewolkt, je ziet geen sterren. [DC 30 (1958)]
III-4-4
|