id | Trefwoord | Begrip: dialectopgave (plaats) | Toelichting |
---|---|---|---|
25573 | plathouwen | bewerken van het deeg op de werktafel: plathawǝ (Wittem), plathowǝ (Eijsden), plathōwǝ (Zepperen), plathǫwǝ (Cadier, ... ), de grond vasttreden, aanstampen: plat˱ǫu̯ǝ (Leut [(met een gesteelde pletplank)] , ... ), deegbollen hun broodvorm geven: platowǝn (Lommel) I-2, II-1 |