e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maastricht

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
punthamertje hamertje: hɛmǝrkǝ (Maastricht) Hamertje waarmee men gaatjes in een tegel kan slaan. De kop van het hamertje heeft daartoe doorgaans een kegelvormig, spits toelopend uiteinde. In Q 98 werd voor het maken van gaatjes in een tegel een 'boortje' ('bø̄rkǝ') gebruikt. [N 32, 42c] II-9
puntmuts puntmuts: puntmöts (Maastricht, ... ) muts, wollen spits toelopende ~ met pluim of kwast [N 25 (1964)] || puntmuts, hoofdkapje dat van achteren spits toeloopt [N 25 (1964)] III-1-3
pupil oogappel: augappel (Maastricht), pupil: pupil (Maastricht), pupél (Maastricht), pəpil (Maastricht) Pupil: het donkere gedeelte van het oog dat wijder of nauwer wordt naarmate er meer of minder licht in valt. [N 84 (1981)] III-1-1
purper, paarsrood mauve: maof (Maastricht, ... ), maov (Maastricht), mauf (Maastricht, ... ), māōf (Maastricht), purper: purper (Maastricht, ... ), pörper (Maastricht), pörreper (Maastricht), violet: violet (Maastricht) de kleur paarsrood [purper, pilper] [N 91 (1982)] III-4-4
put deuk: dø̄k (Maastricht) Terugwijkend gedeelte van het metselwerk van een muur. [N 31, 47a] II-9
puthaak puthaak: pøͅthōͅk (Maastricht) I-7
putter distelvink: distelvink (Maastricht, ... ), putter: pötter (Maastricht, ... ), distelvink, putter  pötter (Maastricht) putter [ZND m] || putter (12 man en pop gelijk; rood gezicht, geel in vleugel, wit in staart; hier alleen op trek; vrij schaars; distelliefhebber; zang is vrolijk, druk gedjiedel; veel in kooi [N 09 (1961)] III-4-1
pyjama pyjama {piama}: pijama (piesjema) (Maastricht), pysjema (Maastricht), pyjama {pijama}: pyama, piĕjáámáá (Maastricht), pyjama (Maastricht) pyjama, tweedelig nachtkostuum [N 25 (1964)] III-1-3
quatertemperdag quatertemper (<lat.): kwattertemper (Maastricht, ... ), kwattertèmper (Maastricht), quatertemperdag: kwèttərtèmpərdaag (Maastricht), quatertemper-daag (Maastricht), quatertemperdaog (Maastricht) De R.K. vastendag op de eerste woensdag, vrijdag en zaterdag van elk jaargetijde, quatertemperdag. [N 96C (1989)] III-3-3
raadsel raadsel: raodsel (Maastricht) raadsel III-1-4