e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maastricht

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
regenen (alg.) regenen: regene (Maastricht), regenen (Maastricht), rengen (Maastricht), rēͅgənə (Maastricht), ⁄t regent tot ⁄t saist (Maastricht), ⁄t ringelt (Maastricht), sausen: saisen (Maastricht), sausen (Maastricht, ... ) regen in het algemeen [rengel, majem] [N 22 (1963)] || regenen || regenen [sausen, majemen] [N 22 (1963)] III-4-4
regenjas gabardine (fr.): gabberdien (Maastricht, ... ), regenjas: regejas (Maastricht, ... ), regenjas (Maastricht), ss. sub regen.  regejas (Maastricht), regenmantel: ss. sub regen.  regemantel (Maastricht) damesregenmantel [N 23 (1964)] || een regenmantel [N 59 (1973)] || gabardine: regenjas van gabardine || regenjas || regenjas [rusjer, ploensent] [N 23 (1964)] III-1-3
regenpijp gootpijp: gø̄tpīp (Maastricht), kandel: kānjǝl (Maastricht), kandelpijp: kānjǝlpīp (Maastricht) De buis die het regenwater vanuit de dakgoot naar beneden voert. [N 64, 149a; L 24, 23b; L 24, 38; L B1, 160b; monogr.; Vld.] II-9
regenpijpen pijpen: piepe (Maastricht), regenpijpen: regepiepe (Maastricht) regenbroek die uit twee delen bestaat [piepe, reegenpiepe] [N 23 (1964)] III-1-3
regenwolkje waterige lucht: waterige loch (Maastricht), watermannetje: e watermenneke (Maastricht) regen-voorspellend wolkje bij ondergaande zon [watermenneke] [N 22 (1963)] III-4-4
regenworm dauwworm: dauwwörm (Maastricht), idiosyncr.  dauwwörm (Maastricht), haarworm: haorwörrem (Maastricht), piering: eine piering (Maastricht), ene piering (Maastricht), piering (Maastricht, ... ), idiosyncr.  piering (Maastricht, ... ), unne piering (Maastricht), regenpiering: idiosyncr.  regepiering (Maastricht), regenworm: regenwörm (Maastricht), worm: eine wurrem (Maastricht), ene wörm (Maastricht), wörm (mv.) (Maastricht), wörrem (Maastricht), wö‧rəm (Maastricht), idiosyncr.  unne wörm (Maastricht), wormpje: wörremke (dim.) (Maastricht) dauwworm || pier, aardworm || regenworm [DC 40 (1965)] || regenworm, aardwom, bekende paarskleurige worm die bij spitten en ploeten of bij regen voor de dag komt [pier, pieroas, piering, pierewörm, dauwworm] [N 26 (1964)] || worm in het algemeen [pier, piering, pierik] [N 26 (1964)] || worm, alg. [ZND m] III-4-2
reiken naar reiken naar: nao get reike (Maastricht, ... ), reiken (Maastricht), uitsteken naar: oetsteke (Maastricht) grijpen naar iets [naar iets raome] [N 10a (1961)] || reiken, met de handen naar iets reiken [iest beraome] [N 10 (1961)] III-1-2
reis op reis: op reis (Maastricht), reis: mø͂ͅrəgə kømpər vān də rɛjs trøͅk (Maastricht), reis (Maastricht, ... ), rijs (Maastricht), rèis (Maastricht), rèjs (Maastricht), Algemene opmerking bij deze vragenlijst: deze lijst heb ik letterlijk, zoals invuller het genoteerd heeft overgenomen!  rèjs (Maastricht) het gaan van een plaats naar een andere, meestal met een of ander vervoermiddel (reis) [N 90 (1982)] || Morgen komt hij weer van de reis (terug). [ZND 08 (1925)] || reis [ZND m] III-3-1
reischaaf reischaaf: ręjxšǭf (Maastricht), ręjšǭf (Maastricht) Zware, lange schaaf met dubbele beitel, waarmee reeds grof bewerkt hout zuiver glad en recht wordt geschaafd. Het schaafblok van een reischaaf is ongeveer 70 tot 80 cm lang, 7 cm breed en 7 cm hoog. Zie ook afb. 36. De reischaaf wordt door verschillende houtbewerkers gebruikt. De kuiper schaaft er bijvoorbeeld de bovenkant van de duigen van een vat mee glad. [N 53, 61; N E, 35a; N G, 35b; monogr.] II-12
reiskoffer koffer: koffer (Maastricht, ... ), koffər (Maastricht, ... ), kòffər (Maastricht), Algemene opmerking bij deze vragenlijst: deze lijst heb ik letterlijk, zoals invuller het genoteerd heeft overgenomen!  kóf.fər (Maastricht), Karte 365.  koffer (Maastricht), valies (<fr.): valies (Maastricht) Het voorwerp van leer, stof, riet om goederen mee op reis te nemen [koffer, valies] [N 90 (1982)] || Reisekoffer III-3-1