e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maastricht

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
room room: rom (Maastricht, ... ), rōm (Maastricht), rǫm (Maastricht), rǫu̯m (Maastricht), erebeize mèt roum Zoere roum  roum (Maastricht), verzamelfiche, ook mat. van ZND 14 vraag 22a = zoet en 22b = zuur  roum (Maastricht), roͅm (Maastricht), vel: vɛl (Maastricht) Het vette deel van de ongekookte melk dat boven komt drijven, als men de melk rustig laat staan. [N 6, 15a; N 16, 17; L 6, 15; L 14, 22; JG 1a, 1b, 2c; A 7, 15; A 39, 7a; Wi 53; Gwn 10, 1; monogr.] || room [DC 39 (1965)] || room van de melk (het vette deel) [ZND 06 (1924)] I-11, III-2-3
roomschotel melkbaar: męlǝkbǭr (Maastricht) Aarden schotel waarin men de versgemolken melk enige tijd laat staan, totdat de room bovendrijft. Vergelijk ook het lemma ''aarden pot'' in wld II.8, blz. 25-26. [N 12, 60; JG 1c, 2c; add. uit N 5A (I] I-11
roomvlaai roomtaart: roumtoert (Maastricht, ... ) roomtaart || taart met room als hoofdbestanddeel III-2-3
roos (rode uitslag) brand: brānt (Maastricht), roos: roes (Maastricht, ... ), rŭs (Maastricht) hij heeft de roos (ziekte, rode uitslag, vooral in het gezicht; fr. érysipèle) [ZND 06 (1924)] || huiduitslag, Rode ~ met jeuk (roos, bresil, zomerbrand). [N 84 (1981)] III-1-2
roos (rosa) boerenroos: boereroes (Maastricht), boerenroos  boereroes (Maastricht), heggenroos: hageroos  hegkeroes (Maastricht), paardsroos: soort?  peerdsroeze (Maastricht), roos: roes (Maastricht, ... ), ruzə (Maastricht), roosje: ruuske (Maastricht, ... ), rozenstruik: roezestroek (Maastricht) de eenmaal bloeiende rode roos || roos [ZND m] || roos (bekende bloem en struik) || rozen [RND] III-2-1
roos van de schietschijf roos: roes (Maastricht, ... ), ruəs (Maastricht), rūs (Maastricht) De ronde plek die dient als middelpunt van een schietschijf [roos, gaudeaan]. [N 88 (1982)] III-3-2
rooster rooster: De ruuster van de kachel is verros ¯n nuije ruuster veur ¯t keldergaat make  ruuster (Maastricht) ijzeren raamwerk III-2-1
rooster in de monden rooster: rystǝr (Maastricht) Rooster in de monden.waarop het vuur werd gestookt. [N 98, 115; monogr.] II-8
roosteren grillen: grillə (Maastricht), roosteren: roostere (Maastricht), ruustere (Maastricht, ... ), ruustərə (Maastricht, ... ), rūūsterə (Maastricht), rŭŭstərə (Maastricht), Zach geruusterde forelle Geruikde zallem op geruusterd broed  ruustere (Maastricht) op de rooster, een hete plaat of anderszins braden, hard laten uitdrogen || roosteren || roosteren; Hoe noemt U: Op een rooster braden (roosteren, horsen, hersen) [N 80 (1980)] III-2-3
roosterschuif kalkschuif: kalǝkšø̜jf (Maastricht) De schuif waarmee de uitstroomopening van de blusbak kan worden afgesloten. Voor de schuif bevindt zich doorgaans een rooster waarmee ongebluste deeltjes in de kalk kunnen worden opgevangen. Dergelijke harde stukjes werden in Q 121 'mannetjeren' ('m'nšǝrǝ') genoemd. [N 30, 32d; monogr.] II-9