e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maastricht

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
salomonszegel salomonszegel: WLD  sááləmonsēēgəl (Maastricht) Salomonszegel (polygonatum officinalis). Een 20 tot 50 cm grote plant met een dikke, witte wortelstok; de bladeren zijn verspreid, langwerpig ovaal; de bloemen groeien in trosjes van 1 of 2 bij elkaar, zelden meer, gesteeld, smal klokvormig, wit met groen [N 92 (1982)] III-4-3
salueren aanslaan: aansloon (Maastricht), groeten: groete (Maastricht), salueren (<fr.): saluere (Maastricht) groeten van soldaten (salueren) [N 102 (1998)] III-3-1
samenspannen aan een zeil trekken: die twiĕ trèkke aĕn ēi zēil (Maastricht), heulen: heule (Maastricht), heulə (Maastricht), houden: hawwe (Maastricht, ... ), hawwe met (Maastricht), hāwwə (Maastricht), hàwwə mèt (Maastricht), mét ieməs hāwwə (Maastricht), zə ha:wə op ɛj.n (Maastricht), ’t hawwe mèt (Maastricht), Algemene opmerking bij deze vragenlijst: deze lijst heb ik letterlijk, zoals invuller het genoteerd heeft overgenomen!  hààw.wə mèt ĭĕməs (Maastricht), onder een deken liggen: die lîgge onder eîn dēke (Maastricht), onder een dekmantel liggen: zə leͅgə o.nder ɛj.nən dɛ.kma:ntəl (Maastricht), samenspannen: samespanne (Maastricht), samenzweren: samezwere (Maastricht), twee handen op een buik zijn: twi: han op ɛjnə bu:k (Maastricht), twie han op eine boek (Maastricht) Die twee heulen samen (spannen samen tegen de anderen) [ZND 26 (1937)] || heulen (met iemand -) [ZND 01 (1922)] || samenspannen met iemand [heulen, houden] [N 90 (1982)] III-3-1
sanctus sanctus (lat.): Sanctus (Maastricht), sanctus (Maastricht, ... ), sanktus (Maastricht, ... ), sànktus (Maastricht) Het (vaste) misgezang dat op de prefatie volgt, het sanctus. [N 96B (1989)] III-3-3
sandaal sandaal: sandaal (Maastricht, ... ), sandaol (Maastricht), sendaal (Maastricht) sandaal [N 24 (1964)] || sandaal: bindzool III-1-3
sanseveria poorplant: (poor = prei)  poorplànt (Maastricht) Welke dialectbenamingen hebt u voor de verschillende potplanten en snijbloemen voor de koude kas: sansevieria [N 73 (1975)] III-2-1
sap in planten plantensap: plantəsap (Maastricht), sap: saap (Maastricht, ... ), eigen spellingsysteem  saap (Maastricht), Endepols  saap (Maastricht, ... ), sap (Maastricht, ... ), WBD/WLD  saap (Maastricht), sap (Maastricht), sāp (Maastricht), sááp (Maastricht), WLD  sap (Maastricht, ... ), sàb (Maastricht) Het vocht dat zich in planten of plantendelen bevindt of eruit verkregen is (sap, tocht). [N 82 (1981)] III-4-3
sap van een vrucht plantensap: plantəsap (Maastricht), sap: saap (Maastricht, ... ), sap (Maastricht, ... ), eigen spellingsysteem  saap (Maastricht, ... ), Endepols  saap (Maastricht, ... ), sap (Maastricht, ... ), WBD/WLD  saa.p (Maastricht), saap (Maastricht, ... ), sap (Maastricht, ... ), sāp (Maastricht), sàp (Maastricht), sááp (Maastricht), WLD  sap (Maastricht, ... ), sāāp (Maastricht), sàb (Maastricht) Het sap van een vrucht (sap, tocht). [N 82 (1981)] || Het vocht dat zich in planten of plantendelen bevindt of eruit verkregen is (sap, tocht). [N 82 (1981)] I-7
satijn satijn: sǝtīn (Maastricht) Glanszijde, atlas, een oorspronkelijk alleen zijden, later ook halfzijden (katoen en zijde) gekeperde stof, zeer glad geweven, namelijk zo dat de bindingsknopen zoveel mogelijk over de oppervlakte verspreid liggen (Van Dale, pag. 2488). [N 62, 80a; N 62, 80b; N 62, 98; N 59, 201; MW; Wi 53; monogr.] II-7
satinet satinet: satinet (Maastricht) Katoenen, geglansd satijnweefsel; ook half wol, half katoen. [N 62, 80b; N 62, 80a; MW] II-7