25366 |
schietmasker |
ijzeren schietmasker:
īzǝrǝ šētmaskǝ (Q095p Maastricht),
schietapparaat:
šētaparāt (Q095p Maastricht),
schietmasker:
šētmaskǝ (Q095p Maastricht)
|
Het schietmasker, officieel het "penschietmasker" genoemd, is een dikke, stalen pijp, ongeveer 20 cm lang, aan een uiteinde voorzien van een slagpinsysteem. Met de slagpin wordt een patroon tot ontploffing gebracht, die een holgeslagen pin uit de pijp drijft. De pin dringt door de schedel van het slachtdier heen in de hersenen. Voordat het schietmasker in gebruik kwam (volgens de respondent van L 321 wordt het schietmasker gebruikt sinds ± 1920), gebruikte men onder andere een apparaat met behulp waarvan een kogel door de schedel werd geschoten. Een dergelijk apparaat waarmee een kogel wordt afgeschoten is zonder meer gevaarlijk voor de omstanders. Het schietmasker is het veiligst en ook het meest bedrijfszeker. Het dankt de naam aan het feit dat het vroeger voorzien was van leren lappen die de ogen van het dier bedekten om te voorkomen dat het angstig werd. Een primitieve voorganger van het schiet-masker is een holle pijp met een uitstekend handvat dat de helper van de slachter vasthoudt. Laatstgenoemde slaat met een hamer een pin die zich in deze buis bevindt door de schedel van het slachtdier. Zie afb. 4.1 [N 28, 5d; monogr.]
II-1
|
26396 |
schietzolder |
schevel:
ši.vǝl (Q095p Maastricht)
|
Het eerste gedeelte van de watergoot waar de snelheid van het water wordt vergroot. Daarna loopt het water over een recht stuk, de baard, naar een gedeelte dat de ronding heeft van het rad, de hals. Zie ook het lemma ɛwatergoot bij onderslagmolensɛ.' [Vds 59; Coe 55]
II-3
|
29641 |
schiftijzer |
ripijzer:
rep˱ī̄zǝr (Q095p Maastricht)
|
De stang waarmee het smalspoor wordt verplaatst. [N 98, 55; monogr.]
II-8
|
20687 |
schijf braadspek |
braai:
braoj (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht),
spekbraai:
spekbraoj (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht)
|
reep gebraden spek || reep spek || reep spekstuk || stuk gebraden spek || stuk spek
III-2-3
|
23913 |
schijnheilig |
schijnheilig:
schienheilig (Q095p Maastricht),
sjienheilig (Q095p Maastricht),
sjienhèlleg (Q095p Maastricht)
|
Schijnheilig [schienhèllig]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
31163 |
schijvensnijder |
schijvensnijder:
sxęjvǝsnęjǝr (Q095p Maastricht)
|
Verstelbaar mes waarmee men een cirkel uit het leer snijdt (Linssen 1967, pag. 84). Zie afb. 75. [N 36, 30; N 36, 29a]
II-10
|
21891 |
schikken (wbd) |
akkoord (zn.):
akkoord (Q095p Maastricht),
delen:
deile (Q095p Maastricht),
dijlə (Q095p Maastricht),
overeenkomst (zn.):
euvereinkóms (Q095p Maastricht),
overeenstemming (zn.):
euvereinstumming (Q095p Maastricht),
zich verstaan:
ziech dao in vərstoon (Q095p Maastricht),
ziech verstoon (Q095p Maastricht)
|
met elkaar tot overeenstemming komen bij een erfenis [schevelen, belen] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
33496 |
schil van een vrucht |
schaal:
schaal (Q095p Maastricht),
eigen spellingsysteem
sjaal (Q095p Maastricht),
schil:
sjèl (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht),
sjél (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
sjélle (Q095p Maastricht),
Endepols
schèl (Q095p Maastricht),
sjel (Q095p Maastricht),
sjèl (Q095p Maastricht),
WBD/WLD
sjil (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht),
sjél (Q095p Maastricht),
WLD
schjèèl (Q095p Maastricht),
sjel (Q095p Maastricht),
sjēl (Q095p Maastricht),
zachte, een -:
Endepols
zach (Q095p Maastricht)
|
[ZND m]buitenste (weke) bekleding, bast, velletje || De zachte huid van een vrucht (schil, schel, pel). [N 82 (1981)]
I-7
|
30569 |
schilder |
verver:
vɛrǝvǝr (Q095p Maastricht)
|
Iemand die van schilderen zijn beroep maakt. Bij het 'technisch schilderen', het bedekken van oppervlakten met verf ter conservering en kleurgeving, onderscheidt men de huis-, decoratie- en rijtuigschilder. In L 210 plaatste de huisschilder bij de bouw van een nieuw huis ook de ruiten. [Wi 51; L 44, 21b; N 67, 98a; monogr.]
II-9
|
19765 |
schilderij |
schilderij:
sjèlderiij (Q095p Maastricht),
sjèlderijj (Q095p Maastricht),
šeͅldr‧ēͅi̯ (Q095p Maastricht),
Karte 38.
schilderij (Q095p Maastricht)
|
Gemälde. || schilderij [ZND 06 (1924)] || Schilderij: b) ingelijste plaat, prent.
III-2-1, III-3-2
|