31588 |
slijkvanger |
drekplaat:
drɛkplāt (Q095p Maastricht)
|
Metalen plaat boven de as, tussen het asblok en de binnenzijde van de naaf, die dient als bescherming tegen van het karwiel afvallende modder. [N 17, 68; NG, 50e]
II-11
|
18022 |
slijm |
slijm:
sliem (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht),
sliém (Q095p Maastricht)
|
Slijm: kleverige taaie stof, als afscheiding van de slijmvliezen (slijm, zwadder). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
34180 |
slijm bij de nageboorte |
slijm:
slīm (Q095p Maastricht)
|
Kleverige slijm bij de nageboorte. [N 3A, 57b]
I-11
|
34163 |
slijmblaas |
eigeld:
ɛi̯gǝlt (Q095p Maastricht)
|
Gelei-achtige afscheiding uit de schede vóór het kalven. [N 3A, 37]
I-11
|
34178 |
slijmkoek |
broodje:
brȳtšǝ (Q095p Maastricht)
|
Koekje dat het kalf bij de geboorte in de bek heeft. [N 3A, 56]
I-11
|
32901 |
slijpbus, hoorn |
slijpbus:
slīp˱bø̜s (Q095p Maastricht)
|
Om goed te kunnen scherpen moet de wetsteen vochtig zijn. Daartoe droeg de maaier de wetsteen in een bakje of busje met water aan zijn riem of broekband. Soms werd hiertoe een stevige koehoorn gebruikt, waaraan een haakje was bevestigd. Soms ook plaatste men de bus of de hoorn met de punt in de grond. Waar het gebruik van de houten strekel en van de wetsteen niet (meer) onderscheiden is, wordt de slijpbus of hoorn (met vloeistof) die bij de wetsteen hoort, wel verward met het zandblok of de klomp (met zavel) die bij de strekel hoort. In de Belgische Kempen en in West-Haspengouw komt de slijpbus niet voor. Zie afbeelding 9, nummer 5. Zie ook het volgende lemma voor de inhoud van de slijpbus. [N 18, 81; JG 1a, 1b, 2c; A 23, 16II; monogr.]
I-3
|
25352 |
slijpstaal |
staal:
stǭl (Q095p Maastricht)
|
Een ± 40 cm lange stalen pin, voorzien van een handvat. Het oppervlak van de pin is soms wel, soms niet geruwd. Het staal wordt gebruikt om een mes of krabber op aan te zetten. Zie afb. 2. [N 28, 122; N 28, 123; monogr.]
II-1
|
25353 |
slijpsteen |
slijpsteen:
slipstęjn (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
slīpstęjn (Q095p Maastricht)
|
Een steen waarmee men de messen en de krabber slijpt. Op de steen deponeert men van tevoren water, zand of olie. [N 28, 122; N 28, 123; monogr.] || Steen waarop gereedschappen als beitels, schroevendraaiers, etc. geslepen worden; meer in het bijzonder ook de ronde steen die om een spil of as draait en in een slijpstelling of aan een elektrische slijpmachine is bevestigd. Als slijpsteen worden korrelige, zeer harde steensoorten als amaril en carborundum gebruikt. Zij worden geleverd in grove, middel- en fijne korrel. Zie ook afb. 1. [N 33, 271; L 6, 68b; monogr.; div.]
II-1, II-11
|
20502 |
slikken |
afslikken:
aofslikke (Q095p Maastricht),
doorslikken:
doorslikkə (Q095p Maastricht),
slikken:
sjlikkə (Q095p Maastricht),
slikke (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht),
slikkə (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht)
|
slikken; Hoe noemt U: Voedsel of drank door de keel uit de mond naar de maag brengen (slikken, slokken, halzen) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
19282 |
slim |
begaafd:
begaof (Q095p Maastricht),
bij:
bei zien (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
bijdehand:
bidderhand (Q095p Maastricht),
bijdehand (Q095p Maastricht),
bijjdehant (Q095p Maastricht),
gauw:
gaw (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
gewiekst:
gewieks (Q095p Maastricht),
gəwiks zien (Q095p Maastricht),
goed bij:
good bei zien (Q095p Maastricht),
good beij zien (Q095p Maastricht),
intelligent:
intillizjent (Q095p Maastricht),
kien:
kĭĕn (Q095p Maastricht),
rap:
rap zien (Q095p Maastricht),
schlau (du.):
slāūw (Q095p Maastricht),
schrander:
sjrander (Q095p Maastricht),
slim:
sjlum (Q095p Maastricht),
slum (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht),
slöm (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
spits:
spits (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
van de ratten genest:
mar.: = nest als ww.
vaan de ratte genesd zien (Q095p Maastricht),
vinnig:
vinnig (Q095p Maastricht),
vlot van begrip:
vlot vaan bəgrip (Q095p Maastricht),
vlot vaan bəgrip zien (Q095p Maastricht)
|
een vindingrijk persoon [fijnaard, finard] [N 85 (1981)] || een zeer goed verstand hebbend en zeer vlug van begrip [schrander, slim, hel] [N 85 (1981)] || slim || vindingrijk in het bedenken van hulpmiddelen, in het raden etc.; [slim, ont, vossebillen gegeten hebbend] [N 85 (1981)] || vlug van begrip [vinnig, rap] [N 85 (1981)]
III-1-4
|