24808 |
melkdistel |
dauwdissel:
daudissel (Q180p Mal),
dauwdistel:
daudissel (Q180p Mal),
douwdissel (Q180p Mal)
|
[ZND 01 a-m (1922)]melkdistel [ZND 01 (1922)] || Zachte melkdistel (voor konijnen) [ZND 23 (1937)]
I-7, III-4-3
|
34079 |
melkgebit van kalveren |
kalvertanden:
kāvǝrtān (Q180p Mal)
|
[N 3A, 108a]
I-11
|
34129 |
melkkoe |
melkkoe:
melǝkū (Q180p Mal)
|
Koe die geschikt is voor melkproductie. [N 3A, 148]
I-11
|
29575 |
melkpot |
teil:
tęl (Q180p Mal)
|
Aarden pot om melk in te bewaren. In L 270 kende men melkpotten met een inhoud van 3 √† 4 liter (kwārts) en van ca 2 liter (halfs). [L 32, 15a; monogr.]
II-8
|
25544 |
menggereedschap |
schup:
sxø̄p (Q180p Mal)
|
De houten schop of ander gereedschap, gebruikt bij het mengen van de bloem. Meestal gaat het om een houten schep of een niet al te grote houten schop van uiteenlopende vorm. De informant van Q 97 vermeldt dat de "spatel" een ovaalvormig blad heeft en een dikke ronde steel. Verschillende informanten (L 270, 318b, Q 193) zeggen dat het mengen met de hand gebeurt. Zie afb. 16. [N 29, 18b]
II-1
|
26632 |
mengmachine |
melangeur:
mē.l-zø̜r (Q180p Mal)
|
Toestel waarmee verschillende soorten meel gemengd kunnen worden. [Jan 256; Coe 225; Grof 254]
II-3
|
25545 |
mengmachine voor deeg |
deegmachine:
dęxmǝsxin (Q180p Mal)
|
Door deze machine enkele minuten te laten draaien mengt men de verschillende soorten bloem. [N 29, 103]
II-1
|
30023 |
mergelkalk |
mergelkalk:
męrgǝlkalk (Q180p Mal)
|
Kalksoort die wordt verkregen door mergelsteen in een kalkoven te branden. Van Keirsbilck merkt op pag. 180 over de mergelkalk op: ø̄De mergelkalk heet ook 'leemmergel', als er veel leem in aanwezig is. Om hare mindere deugd, in vergelijking van andere kalksoorten, wordt zij weinig of niet gebruikt.ø̄ Het woordtype 'hydrauliekse kalk' (P 176) is een leenvertaling van het Franse 'mortier hydraulique', ø̄waterkalk, kalk die zonder toevoeging van vreemde bestanddelen in korte tijd onder water verhardtø̄. [N 30, 28c; monogr.]
II-9
|
25346 |
merken |
keuren:
kjørǝ (Q180p Mal),
oormerken:
ōrmɛrkǝ (Q180p Mal)
|
Het rund merken ten teken dat het bij de belastingdienst is aangegeven. [N 28, 2]
II-1
|
33754 |
merrie |
meer:
mē̜r (Q180p Mal)
|
Gebruikt als handels-, werk-, voermans- en als fokpaard. [JG 1a, 1b; A 4, 2a; L 11, 11; L 20, 2a; L A1, 92; S 27; Wi 4; monogr.]
I-9
|