e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Mal

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vriend kameraad: kaməroͅət (Mal) vriend(in) [RND] III-3-1
vriesweer winterweer: weͅntərwɛ.r (Mal) vriezend weer, koud en droog [N 22 (1963)] III-4-4
vriezenx vriezen: vri.zə (Mal) vriezen [bieberen, bikken] [N 22 (1963)] III-4-4
vroegmis vroegmis: vrychmis (Mal) vroegmis [RND] III-3-3
vrouw vrouw: vroͅw (Mal), wijf: wa.if (Mal) vrouw [RND], [RND] III-3-1
vrouwelijk kalf dat van tanden begint te wisselen jaarling: jø̜rlǝŋ (Mal) Het gaat hier om een kalf dat ongeveer één jaar oud is. [N 3A, 22] I-11
vrouwelijk rund dat voor de eerste keer drachtig is eersteling: i̯øsǝleŋ (Mal) [N C, 9e en 10a; JG 1a, 1b; add. uit N 3A, 14a, 20 en 22] I-11
vrouwelijk varken zoog: zōx (Mal) Vrouwelijk varken. Ten aanzien van gelt wordt opgemerkt dat het synoniem is met zeug (L 416), dat het een vrouwelijk, niet gedreven varken is (L 312, 353), dat het een vrouwelijk varken is dat niet dient voor de kweek (L 282, 286, 313, 315, 316, 354, 355, 356) of juist wel voor de kweek is bestemd (K 278). Verder kan het een oud woord zijn voor de zeug (L 354, 355) en kan het op een gesneden, vrouwelijk varken duiden (L 312). Oorspronkelijk duidde gelt op het gecastreerde vrouwelijk varken. In de loop van deze eeuw is men gelt ook gaan gebruiken voor het vrouwelijk varken. [L 20, 4a; L 14, 13; L 3, 2a; JG 1a, 1b, 1c, 1d, 2c; A 4, 4c; Wi 9; NE 1, 12; NE 2.I.8; AGV K1; R XII, 46; Gwn 5, 11; N M, 22 add.; N C, add.; Vld.; monogr.] I-12
vrouwelijke kip hen: hen (Mal) De hen is het wijfje van het tamme huishoen. [N 19, 37; Wi 13; Wi 14; Wi 17; NE II, 10; Gwn 5, 14; A 11, 1c; A6, 1b; L 6, 20a; L 22, 22; L 28, 35; L 42, 5; L 33, 20; L 34, 12; L 34, 13; JG 1a, 1b; S 14; L 1a-m; Vld.; monogr.] I-12
vrouwenkleren vrouwenkleren: vrouwekler (Mal) vrouwenkleren [t vrouwendinge, de schörte] [N 23 (1964)] III-1-3