id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
18423 | broekspijp | broekspijp: broekspaaipe (Mal) | pijpen van een broek [bokspijpe, broeksepejpe] [N 23 (1964)] III-1-3 |
18309 | broeksriem | broeksband: broeksband (Mal) | band of riem waarmee de broek in de taille wordt opgehouden [boekreem, boekband, boksemband] [N 23 (1964)] III-1-3 |
21603 | brompot | grommelaar: groemelèr (Mal), grommelpot: groemelpot (Mal), mommelpot: moemelpot (Mal), pruttelpot: preutelpot (Mal) | Hoe heet iemand die zijn kwade luim toont met binnensmonds mompelen? [ZND 22 (1936)] III-3-1 |
24948 | bron | born: bu̯oi̯n (Mal) | Natuurlijke opening in de grond waar water uit opwelt. [S 5; L 1a-m; L 22, 26; N 5A(I] I-8 |
20769 | brood | brood: broot (Mal), bróót (Mal) | (brood) hij doopt zijn brood in zijn koffie [ZND 23 (1937)] || brood [RND] III-2-3 |
25623 | brood met gaten in de kruim | koterbrood: kytǝrbrōt (Mal) | Wanneer de grondstoffen niet gelijkmatig over het deeg verdeeld zijn, kan dit zich wreken in de structuur van de kruim van het gebakken brood. Als de gist niet goed fijngemaakt is, kunnen er grote gaten in de kruim ontstaan (Schoep blz. 125). De oorspronkelijke vraagstelling in N 29, 69a luidde: "Hoe noemt u brood met gaten in de kruin?" Het feit dat dit ''kruin kruim'' (= "binnenste van het brood") moest zijn heeft de beantwoording niet noemenswaardig be√Ønvloed. Men had immers ''kruin'' de betekenis "korst" kunnen geven (zie wbd ii afl. 1 blz. 126 in de vertaling) maar uit de antwoorden blijkt dat geenszins. In het lemma komen verschillende grammaticale categorieën voor.' [N 29, 69a; N 29, 69b] II-1 |
25593 | brood netten | bestomen: bǝstōmǝn (Mal), wassen: wasǝ (Mal) | Het bevochtigen van de bovenzijde van deegbrood. De bedoeling van deze bewerking is om bij het bakken een mooie bruine korst te krijgen. [N 29, 40a; N 29, 30b; N 29, 39b; N 29, 40d; monogr.] II-1 |
25613 | brood uit de oven halen | uitschieten: ǫwtsxītǝ (Mal), uittrekken: ǫwttrękǝ (Mal) | Het brood uit de oven halen wanneer het gereed is. Een bij het woord opgegeven object "brood" is niet opgenomen. [N 29, 50; N 29, 49; OB 2, 2e; monogr.] II-1 |
25616 | brood uit het blik of van de plaat halen | uithalen: ǫwtholǝ (Mal) | Een eventueel opgegeven object brood, weg e.a. wordt niet gedocumenteerd. [N 29, 52] II-1 |
20710 | broodje | pistolet: pistolais (Mal) | verschillende soorten broodjes [N 29 (1967)] III-2-3 |