e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Mal

Overzicht

Gevonden: 1732
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
buitenspeler extrme (fr.): extreem (extrême) (Mal) Hoe noemt U in uw dialect de speler, die in een voetbalteam de uiterst linkse of uiterst rechtse positie in de aanvalslijn bekleedt? III-3-2
buitenzak op een jas buitenste maal: ao"dof  boudenste maol (Mal) buitenzak in een jas [jassetes] [N 23 (1964)] III-1-3
bul waarmee men de ribben in stukken hakt bijl: bajl (Mal), bęjl (Mal) Met deze bijl kan ook een soort hakmes bedoeld worden. [N 28, 105] II-1
buskruit poeder: poejer (Mal), schietpoeder: sjiètpoeiër (Mal) buskruit [ZND 22 (1936)] III-3-1
bussel uitgedorst stro bussel: bøsǝl (Mal) Wanneer het graan uit de aren is geslagen, worden de lege halmen bijeengebonden, vroeger met twee banden. Sinds de komst van de dorsmachines worden de halmen doorgaans dubbel geplooid en met één band in het midden gebonden, of tot pakken geperst. De grondbetekenis van schans is "takkebos, mutserd"; die van het du. Bürde "datgene wat gedragen wordt". Zie ook de toelichting van het lemma ''garve, gebonden schoof'' (4.6.4).' [N 14, 26; JG 1a, 1b, 2c; L 17, 16; L 22, 33b; L 48, 34.3a; Lu 2, 34.3a; R [s], 65; S 5; Wi 16 en 17; monogr.; add. uit R 3, 70 en R 14, 19 en uit het materiaal van lemma 4.6.4 waarbij is aangetekend dat het om gedorste garven gaat] I-4
bustehouder corsage (fr.): [opg. zou ook korsiege (?) kunnen zijn, rk]  korsage (Mal), soutien (fr.): soutien (Mal) bustehouder, steunlijfje voor de boezem [N 25 (1964)] III-1-3
buurman gebuur: geboer (Mal, ... ) buurman [ZND 22 (1936)] III-3-1
buurt geburen: he wont een de geboere (Mal), he woon tin de geboere (Mal) Hij woont in de buurt [ZND 22 (1936)] III-3-1
buurten uchteren: uchtere goan (Mal) Hoe heet het gebruik in de winter s avonds bij de buren te gaan zitten praten? [ZND 22 (1936)] III-3-1
cape plag: plag (Mal) cape, grote ~, versierd met kant, strikken en fluwelen garnering [umhanger] [N 25 (1964)] III-1-3