e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Mal

Overzicht

Gevonden: 1732
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gat, opening kot: koet (Mal) gat (znw enk) [N 26 (1964)] III-4-4
gat, opening (mv) koter: küter (Mal) gaten (znw mv) [N 26 (1964)] III-4-4
gaten in de kruim koter: kytǝr (Mal) De oorspronkelijke vraagstelling in N 29, 69b luidde: "Hoe noemt men de gaten in de kruin van het brood?" Het feit dat dit ''kruin kruim'' moest zijn, heeft de beantwoording niet noemenswaardig be√Ønvloed. [N 29, 69b; N 29, 69a; monogr.] II-1
gebarsten en zwartgeblakerde korst zwarte korst: zwatǝ kos (Mal) Door een te hoge oventemperatuur ontstaat er een verkoolde korst. Een aantal benamingen duidt op het hele brood. [N 29, 66b; N 29, 66a] II-1
gebit gebit: gebīēt (Mal) hij heeft een goed gebit [ZND 35 (1941)] III-1-1
gebluste kalk kalk: kalǝk (Mal), plekkalk: plɛkkalǝk (Mal), stubkalk: støpkalǝk (Mal) Ongebluste kalk die met water is aangelengd. Zie ook het lemma 'Kalk blussen'. Gebluste kalk wordt gebruikt bij de bereiding van mortel. Woordtypen als 'stubkalk', 'poederkalk', 'poeder' en 'zakjeskalk' verwijzen naar schelpkalk die direct na het branden droog geblust wordt en in poedervorm op de bouwplaats wordt aangeleverd. [N 30, 30a; N 30, 30b; N 30, 30c; N 30, 32f; monogr.] II-9
gebouw bètiment (fr.): batimeͅnt (Mal, ... ), gebouw: gebouw (Mal, ... ) een nieuw gebouw [ZND 35 (1941)] || gebouw [ZND 12 (1926)] III-2-1
gebrekkig gebrekkig: ne gebrèkkige mins (Mal) een gebrekkig mens [ZND 23 (1937)] III-1-2
gebrekkig persoon gebrekkige mens: ne gebrèkkige mins (Mal) een gebrekkig mens [ZND 23 (1937)] III-1-2
gebruik gebruik: gebraaik (Mal), gewente: geweente (Mal) Dat is maar een gewoonte. [ZND 35 (1941)] || Dat is zo het gebruik (de woonte, enz.). [ZND 23 (1937)] III-3-2