19101 |
gemak |
gemak:
ook ZND 23, 076
gemoak (Q180p Mal)
|
gemak [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|
19227 |
gemakkelijk |
gemakkelijk:
ook materiaal znd 23, 77
gemèkelik (Q180p Mal)
|
gemakkelijk [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|
25526 |
gemalen, niet gezuiverd graan |
grof gemalen:
grūǝf gǝmǫlǝ (Q180p Mal)
|
De inhoud van het lemma beantwoordt niet in alle gevallen duidelijk aan het lemma-opschrift. Er is een groep woordtypen die een algemene benaming geeft, een tweede groep duidt op "gemalen, niet gezuiverd graan", een derde duidt een bepaald soort ongezuiverd meel aan en de vierde groep geeft aan dat dit graan voor veevoer wordt bestemd of dat dit afval is. [N 29, 14a]
II-1
|
18945 |
gemeen |
gemeen:
ook materiaal znd 23, 79 lange è
gemèn (Q180p Mal)
|
gemeen (smerig, slecht) [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|
21465 |
gemeente |
gemeente:
gemeente (Q180p Mal)
|
gemeente [ZND 24 (1937)]
III-3-1
|
21494 |
gemeentehuis |
gemeentehuis:
gemeentehaus (Q180p Mal)
|
gemeentehuis [ZND 24 (1937)]
III-3-1
|
20408 |
gepensioneerd (zijn) |
pensioen hebben:
znd 35, 65
het ze pensioen (Q180p Mal)
|
gepensioneerd; hij is -; op pensioen gesteld [ZND 35 (1941)]
III-2-2
|
25591 |
gereedschap waarmee men invet |
borstel:
bosǝl (Q180p Mal),
vod:
vod (Q180p Mal)
|
De borstel, lap, vod enz. waarmee olie, vet, boter enz. op bakblik, bakplaat e.d. worden aangebracht. [N 29, 38b]
II-1
|
19091 |
gerieflijk |
gerieflijk:
⁄n gerieflik haus (Q180p Mal)
|
Gerieflijk huis. [ZND 35 (1941)]
III-1-4
|
32979 |
gerst |
gerst:
gas (Q180p Mal)
|
Hordeum L. De gerstteelt was in Belgisch Limburg betrekkelijk zeldzaam. Bij zomergerst wordt aangetekend: vooral bestemd voor de brouwerij; bij wintergerst: vooral bestemd als veevoer. Volgorde varianten van gerst: 1. met "rst" in de auslautgroep; 2. met "st"; 3. met "rs"; en 4: met alleen "s" in de auslautgroep; zie de eerste klankkaart [kaart 6]; in de tweede klankkaart [kaart 7] is de geografische verspreiding van het vocalisme weergegeven. Zie afbeelding 1, d. [JG 1a, 1b; L A1, 127; L 1 a-m; L 24, 6a; L lijst graangewassen, 2; R 3, 24; S 10; Wi 53; monogr.]
I-4
|