21100 |
gerstebier |
gerstebier:
gestebier (Q180p Mal)
|
gerstenbier [ZND 24 (1937)]
III-2-3
|
18312 |
geruite jurk |
geruite stof:
geratstof (Q180p Mal)
|
jurk van geruite stof [ruutekeskleid] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
21595 |
geschiedenis |
sage:
zog: lang
n zog vertellen (Q180p Mal)
|
Een geschiedenis vertellen [ZND 24 1937)]
III-3-1
|
34063 |
geslachtsrijpe koe |
vaars:
vi̯ās (Q180p Mal)
|
Jong rund dat oud genoeg is om gedekt te worden. [N 3A, 23]
I-11
|
34305 |
gesneden mannelijk varken |
berg:
bɛrx (Q180p Mal)
|
Het WNT (II, 1 blz. 1872 s.v. berg (II)) geeft de volgende definitie van berg: "Hetzelfde als Barg (I), inzonderheid toegepast op de mannelijke biggen die, ongeveer drie weken oud, zijn gesneden". [N 19, 8; A 4, 4b; A 4, 4a; L 20, 4b; L 37, 49e; JG 1a, 1b, 2c; S 39; N C, add.; monogr.; N E 1, 12]
I-12
|
18254 |
gesp |
gesp:
geps (Q180p Mal)
|
sluitgesp, haak aan de tailleband van een broek [sjnal, boksesnal, gasp, gespel] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
34420 |
gespeend schaap |
gespeend (volt. deelw.):
gǝspēnt (Q180p Mal)
|
Het jong van een schaap, als het van de moeder weggenomen wordt. [A 4, 22e; L 20, 22e]
I-12
|
33428 |
gesteelde plank om een lemen dorsvloer aan te kloppen |
dam:
dam (Q180p Mal)
|
De gesteelde plank waarmee men de pas gelegde lemen dorsvloer aanklopt zodat deze glad en vast wordt. In Q 76 kent men dit werktuig niet, maar wel een houten blok om te dāmǝ (= aankloppen). [N 5A, 67b]
I-6
|
18696 |
gesteven voorstuk van een overhemd |
borst:
bost (Q180p Mal)
|
voorstuk, gesteven ~ van een overhemd [fruntje, plastron] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18828 |
getob; tobben |
gemartel:
ook materiaal znd 23, 78: "Wanneer iets na lang proberen maar niet wil lukken zegt men: wat een ....., gesukkel
gemattel (Q180p Mal)
|
gemartel [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|