e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Mal

Overzicht

Gevonden: 1732
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
man man: man (Mal, ... ) man [RND], [RND] III-3-1
manchet manchet: mochet (Mal) manchet, vaste mouwboord van een overhemd [N 23 (1964)] III-1-3
manchetknoop manchettenknoop: mochettekneup (Mal) manchetknoopjes [N 23 (1964)] III-1-3
mannelijk kalf duurtje: dyrkǝ (Mal) [N 3A, 15; N C, 7a; JG 1a, 1b; A 9, 17a; Gwn V, 5a; monogr.] I-11
mannelijk kalf dat van tanden begint te wisselen jaarling: jø̄rleŋ (Mal) Algemeen kan men zeggen dat het hier gaat om een kalf van ongeveer één jaar oud. [N 3A, 16; add. uit N 3A, 15] I-11
mannelijk schaap weer: wēr (Mal) Het mannelijk schaap in het algemeen. Varianten van het woordtype hamel die voor "mannelijk schaap" zijn opgegeven, zijn naar het lemma ''gesneden mannelijk schaap'' (2.2.5) overgeheveld. [L 5, 30b; L 20, 22a; L 39, 44; L 6, 25; L B2, 319; JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 2, 46; A 4, 22a; Wi 12; AGV, m 3; R 3, 34; VLD; S, Q 105 add.; monogr.] I-12
mannelijke eend gaand: goint (Mal) woerd, mannetjeseend [ZND 01 (1922)] III-4-1
mannelijke geit bok: bok (Mal), bǫk (Mal) [N 70, 8; N 77, 78; N 77, 80; A 9, 19; L 32, 82; Wi 11; RND 89; JG 1a, 1b, 2c; Vld.; monogr.] I-12
mannenkleren mannenkleren: mannekler (Mal) mannenkleren [t mansdinge] [N 23 (1964)] III-1-3
mannenonderhemd lijfje: laifke (Mal) onderhemd voor mannen [N 25 (1964)] III-1-3