34219 |
roep- en lokwoord voor het kalf |
moets:
mutš (Q192p Margraten),
moetsje:
mytškǝ (Q192p Margraten),
moetsje kom:
mutškǝ kǫm (Q192p Margraten)
|
Met kan een kalf roepen met de algemene benamingen kalf, kalfje, muk enzovoorts, met eigennamen als Liesje, met klanknabootsingen of eventueel met het rammelen van melkemmers. [N C, 17; VC 14, 2b (r]
I-11
|
34529 |
roep- en lokwoord voor het kuiken |
piele, piele, piele:
pīlǝ, pīlǝ, pīlǝ (Q192p Margraten),
ties, ties, ties:
tīs, tīs, tīs (Q192p Margraten),
tiesje:
tiskǝ (Q192p Margraten)
|
[N 19, 44b; A 6, 2c; L 47, 9b; VC 12 2o -r-; monogr.]
I-12
|
34377 |
roep- en lokwoord voor het varken |
kuus:
kyš (Q192p Margraten)
|
In plaats van kuus roepen klakt men ook wel met de tong. [N 19, 11a; VC 14, 2c (r]
I-12
|
34442 |
roep- en lokwoorden voor het lam |
lammetje:
lɛmkǝ (Q192p Margraten)
|
[N 19, 74b; VC 14, 2k (R]
I-12
|
21362 |
roepen |
roepen:
roope (Q192p Margraten)
|
roepen (geen context) [DC 38 (1964)]
III-3-1
|
34460 |
roepwoord voor de geit |
geit:
gęi̯t (Q192p Margraten)
|
[N 19, 74e; VC 14, 2l r; L B2, 259e -263-; monogr.; N C, Q 111 add.]
I-12
|
34461 |
roepwoord voor de jonge geit |
jonge geit:
joŋǝ gęi̯t (Q192p Margraten)
|
[N 19, 74f; VC 14, 2m -r-]
I-12
|
20819 |
roeren |
roeren:
reure (Q192p Margraten, ...
Q192p Margraten)
|
roeren [DC 47 (1972)]
III-2-3
|
32976 |
rogge |
koren:
[koren] (Q192p Margraten)
|
Secale cereale L. Tot in de jaren vijftig het meest geteelde graangewas in Limburg, met uitzondering van Haspengouw, waar tarwe de meest verbouwde graansoort was. Men zaait ongeveer 170 kg rogge per hectare. Het koren-gebied in dit lemma wijkt aanzienlijk af van dat in het lemma ''graan, koren'' (1.2.1); vergelijk de kaarten die bij de lemma''s getekend zijn. Zie voor de benaming koren en voor de fonetische documentatie van het woord [koren] in het gebied waar ''koren'' zowel de algemene benaming alsook de benaming van de rogge is, het lemma ''graan, koren'' (1.2.1). Zie afbeelding 1, a. [JG 1a, 1b; L 34, 55b; L lijst graangewassen, 6; S 30; Wi 52; monogr.; add. uit N 15, 1a]
I-4
|
20760 |
roggebrood |
brood:
broed (Q192p Margraten)
|
roggebrood [DC 35 (1963)]
III-2-3
|