33363 |
vaste voer- en drinkbak |
krib:
krøp (Q192p Margraten),
voerbak:
vōrbak (Q192p Margraten)
|
De opgemetselde bak of goot, soms in vakken verdeeld, die vóór de koeien langs loopt, waaruit de koeien eten en drinken. De hoogte van de bak verschilt van plaats tot plaats. Het water wordt het laatst in de bak gedaan. De bak is dan meteen schoon. Zie ook het vorige lemma "voer- en drinkgoot" (2.2.14). Zie ook afbeelding 10 bij het lemma "koeienstand" (2.2.23). [N 5A, 37b; N 4, 76; N 5, 96; L 1, a-m; L A1, 174; S 19; Wi 4; monogr.; add. uit N 5A, 37a; A 10, 10]
I-6
|
22648 |
vastenavond |
vastenavond:
vastənoͅ.vənt (Q192p Margraten)
|
vastenavond [RND]
III-3-2
|
21284 |
vechten |
vechten:
fɛ.xtə (Q192p Margraten)
|
Hij deed geheel de wereld vechten. [RND]
III-3-1
|
34266 |
vee |
beesten:
biǝstǝ (Q192p Margraten),
bīstǝ (Q192p Margraten),
dieren:
dērǝ (Q192p Margraten),
vee:
fiǝ (Q192p Margraten),
viǝ (Q192p Margraten)
|
Alle huisdieren samen: paarden, runderen en kleinvee. Vergelijk het lemma ''veestapel'' (13.12) in deze aflevering. [A 11, 4; JG 1a; RND 4, 31; RND 7, 31; RND 8, 31; RND 10, 31; Wi 52; N C, add.; Vld.; monogr.]
I-11
|
34269 |
vee fokken |
aantrekken:
āntrekǝ (Q192p Margraten)
|
Het houden van vee met als doel de vermenigvuldiging van de dieren. Objecten als "vee" en "koeien" zijn in dit lemma niet gedocumenteerd. [N Q, 10b; monogr.]
I-11
|
34268 |
vee houden |
houden:
hau̯ǝ (Q192p Margraten)
|
Het houden van vee in het algemeen. De opbjecten "vee", "beesten", "koeien" e.a. worden in dit lemma niet gedocumenteerd. [N Q, 10a]
I-11
|
20503 |
veel drinken |
zuipen:
zoepe (Q192p Margraten, ...
Q192p Margraten)
|
zuipen [DC 35 (1963)] || zuipen, onmatig drinken [DC 38 (1964)]
III-2-3
|
21423 |
veel geld waard |
veel geld waard:
veul geld wieërd (Q192p Margraten)
|
veel geld waard: Die oude eikehouten kast is - - - [DC 39 (1965)]
III-3-1
|
18547 |
veel te wijde broek |
flodderbroek:
flodderbrook (Q192p Margraten)
|
broek, veel te wijde ~ [flodderboks] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
34282 |
veevoer verzamelen |
zoeken:
zø̄kǝ (Q192p Margraten)
|
Het plakken, trekken, steken of snijden van veevoer. Veevoer kan bestaan uit groenvoer, rapen, gras of gewassen als lupinen en serradella. Het verzamelen van veevoer kan dus bestaan uit verschillende handelingen. Object als "groenvoer", "konijnenvoer", "gras" e.a. zijn niet gedocumenteerd. Zie ook het lemma ''knollen uittrekken'' (2.2.6) in aflevering wld I.5. [N Q, 11c; JG 1a, 1b, 1c, 2c; L 36, 65; monogr.]
I-11
|