e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Margraten

Overzicht

Gevonden: 1565
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
drinkbak voor de kippen drinkbak: drēŋkbak (Margraten) De drinkbak voor de kippen in het kippenhok. [A 48, 16c] I-6
drinkbak voor de koeien zoopbak: zø̄.p˱bak (Margraten) Uit een aantal benamingen wordt niet duidelijk om welke soort van drinkbak het gaat: los of vast, ouderwets of modern. Andere benamingen geven aan uit welk materiaal de bak vervaardigd is. [L 38, 33; monogr.; add. uit N 5A, 37a; A 10, 10] I-6
drinken drinken: drenke (Margraten) drinken [DC 03 (1934)] III-2-3
drinkglas glaasje: glēͅskə (Margraten) drinkglas [RND] III-2-1
drinkkuil in de wei kuil: kūl (Margraten), poel: pōl (Margraten), waterkuil: (mv)  wātǝrkūlǝ (Margraten) Een kuil in het weiland met drinkwater voor het vee. De woordtypen drinkput en put duiden op een put gemaakt van cementen ringen. [N 14, 70; A 21, 1h; monogr.] I-8
droog blijven t blijft over]: ⁄t wèer hilt zich nog (Margraten) droog blijven hoewel er regen dreigt, gezegd van het weer [t weert heen [N 22 (1963)] III-4-4
droog weer droog: druug (Margraten, ... ), drūūch (Margraten) droog [DC 45 (1970)], [RND] III-4-4
droogrek tobbenbank: tǫbǝbaŋk (Margraten) Het houten rek buitenshuis waarop men vaten, melkbussen en emmers te drogen legt. [A 15, 25; monogr.] I-11
druilerig en koud weer miezerig (weer): miezerig (Margraten), nat (weer): naat (Margraten), ps. boven de Å staat nog een ´; deze combinatieletter is niet te maken.  nāt (Margraten) druilerig weer [moezerig, monketig] [N 22 (1963)] || nat [DC 02 (1932)] III-4-4
dubbele toegangspoort van een gesloten erf poort: [poort] (Margraten) De uit twee helften bestaande poort, die toegang geeft tot een door het woonhuis en de bedrijfsgebouwen omgeven binnenplaats. Zie ook het lemma "schuurpoort" (3.1.2). Zie voor de fonetische documentatie van het woord (poort) het lemma "poort" (4.1.1). Zie ook afbeelding 18 bij het lemma "poort" (4.1.1). [N 5A, 77b; monogr.] I-6