33413 |
drinkbak voor de kippen |
drinkbak:
drēŋkbak (Q192p Margraten)
|
De drinkbak voor de kippen in het kippenhok. [A 48, 16c]
I-6
|
33366 |
drinkbak voor de koeien |
zoopbak:
zø̄.p˱bak (Q192p Margraten)
|
Uit een aantal benamingen wordt niet duidelijk om welke soort van drinkbak het gaat: los of vast, ouderwets of modern. Andere benamingen geven aan uit welk materiaal de bak vervaardigd is. [L 38, 33; monogr.; add. uit N 5A, 37a; A 10, 10]
I-6
|
20499 |
drinken |
drinken:
drenke (Q192p Margraten)
|
drinken [DC 03 (1934)]
III-2-3
|
19574 |
drinkglas |
glaasje:
glēͅskə (Q192p Margraten)
|
drinkglas [RND]
III-2-1
|
33672 |
drinkkuil in de wei |
kuil:
kūl (Q192p Margraten),
poel:
pōl (Q192p Margraten),
waterkuil:
(mv)
wātǝrkūlǝ (Q192p Margraten)
|
Een kuil in het weiland met drinkwater voor het vee. De woordtypen drinkput en put duiden op een put gemaakt van cementen ringen. [N 14, 70; A 21, 1h; monogr.]
I-8
|
25232 |
droog blijven |
t blijft over]:
⁄t wèer hilt zich nog (Q192p Margraten)
|
droog blijven hoewel er regen dreigt, gezegd van het weer [t weert heen [N 22 (1963)]
III-4-4
|
25128 |
droog weer |
droog:
druug (Q192p Margraten, ...
Q192p Margraten),
drūūch (Q192p Margraten)
|
droog [DC 45 (1970)], [RND]
III-4-4
|
34228 |
droogrek |
tobbenbank:
tǫbǝbaŋk (Q192p Margraten)
|
Het houten rek buitenshuis waarop men vaten, melkbussen en emmers te drogen legt. [A 15, 25; monogr.]
I-11
|
25126 |
druilerig en koud weer |
miezerig (weer):
miezerig (Q192p Margraten),
nat (weer):
naat (Q192p Margraten),
ps. boven de Å staat nog een ´; deze combinatieletter is niet te maken.
nāt (Q192p Margraten)
|
druilerig weer [moezerig, monketig] [N 22 (1963)] || nat [DC 02 (1932)]
III-4-4
|
33446 |
dubbele toegangspoort van een gesloten erf |
poort:
[poort] (Q192p Margraten)
|
De uit twee helften bestaande poort, die toegang geeft tot een door het woonhuis en de bedrijfsgebouwen omgeven binnenplaats. Zie ook het lemma "schuurpoort" (3.1.2). Zie voor de fonetische documentatie van het woord (poort) het lemma "poort" (4.1.1). Zie ook afbeelding 18 bij het lemma "poort" (4.1.1). [N 5A, 77b; monogr.]
I-6
|