e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Margraten

Overzicht

Gevonden: 1565
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
links, linkshandig links: leenks (Margraten) Zegt men van iemand die bij voorkeur zijn linker hand gebruikt: Hij is ... [DC 50 (1975)] III-1-2
linksachter linksmidden: linksmidde (Margraten) Linksachter, rechtsachter. [DC 49 (1974)] III-3-2
linkshandig persoon linkse, een -: leenkse (Margraten) Zegt men van iemand die bij voorkeur zijn linker hand gebruikt: Het is een ... [DC 50 (1975)] III-1-2
linksvoor linksbuiten: linksboete (Margraten) Links- rechtsvoor. [DC 49 (1974)] III-3-2
lip lip: lup (Margraten), løp (Margraten) lip [DC 01 (1931)], [RND] III-1-1
litteken lijmteken: liemteeke (Margraten) Als een wond of zweer is genezen, blijft de plaats ervan meestal zichtbaar. Die plek noemt men dan een .... (Nederl. litteken). [DC 30 (1958)] III-1-2
loeien van de koe in het algemeen beuken: bøǝkǝ (Margraten), meuken: møkǝ (Margraten) [N 3A, 5a; JG 1a, 1b; Gwn V, 8; Wi 57; monogr.] I-11
loeien van de koe van honger granken: granken (Margraten) In N 3A, 5b is gevraagd naar "Hoe noemt men het loeien van de koe van honger?". De antwoorden van de respondenten komen in grote mate overeen met die op de vraag naar 'het loeien van de koe in het algemeen" (zie lemma 6.1, "loeien van de koe in het algemeen'). Woordtypen die niet in dat lemma voorkomen, maar wel in dit lemma zijn: [N 3A, 5d] I-11
lof lof: hət loͅ.f (Margraten) het lof [RND] III-3-3
lomp paard karhengst: karheŋs (Margraten) [JG 1a; N 8, 62h] I-9