17608 |
neus |
neus:
nōͅs (Q089p Martenslinde, ...
Q089p Martenslinde)
|
Neus (mann. of vr.), een fijn neusje. [ZND 05 (1924)] || Zijn neus snuiten. [ZND 07 (1924)]
III-1-1
|
20482 |
nicht |
nicht:
nĭĕch (Q089p Martenslinde)
|
nicht [ZND 11 (1925)]
III-2-2
|
34154 |
niet drachtig |
muntig:
me.ntex (Q089p Martenslinde)
|
[JG 1a, 1b; Gwn V, 4; monogr.]
I-11
|
22319 |
nieuwjaar |
nieuwjaar:
tussen de i en de o staat bovenaan een kleine u en tussen de o en de r staat bovenaan een kleine eu
nàuior (Q089p Martenslinde)
|
Zalig (of Gelukkig, enz.) Nieuwjaar! [ZND 05 (1924)]
III-3-2
|
18020 |
niezen |
niesten:
nistə (Q089p Martenslinde)
|
niezen [ZND 05 (1924)]
III-1-2
|
18122 |
nijdnagel |
nagelwortel:
nōgəlwottəl (Q089p Martenslinde),
nōͅgəlwotələ (Q089p Martenslinde)
|
ik heb een nijdnagel (waar de huid langs de vingernagel inscheurt) [ZND 31 (1939)] || ik heb twee nijdnagels (bijwas langs de vingernagel; Fr. envie) [ZND 05 (1924)]
III-1-2
|
21401 |
niks waard |
niks waard:
dasnikswiet (Q089p Martenslinde),
niks wiod (Q089p Martenslinde)
|
Dat is niets waard. [ZND 08 (1925)] || Hoe zegt men van iets dat geen waarde heeft? (dat is geen ... waard). [ZND 28 (1938)]
III-3-1
|
22702 |
o.l.v.-hemelvaart |
onze-lieve-vrouw-halfoogst:
half oogst
os livroha:vos (Q089p Martenslinde),
onze-lieve-vrouw-kruidwijding:
kruidwijding
os livrokro:twaiŋ (Q089p Martenslinde)
|
Hoe heet bij u de feestdag van O.L.V.-Hemelvaart (15 augustus)? [ZND 17 (1935)]
III-3-2
|
24900 |
ogenblikje, korte tijd, eventjes |
beetje:
ə bitche (Q089p Martenslinde),
ogenblikje:
ps. omgespeld volgens Frings.
ən ōgənblikskə (Q089p Martenslinde)
|
een ogenblikje [ZND 04 (1924)] || even [ZND 34 (1940)]
III-4-4
|
23227 |
oksaal |
oksaal:
ənəšōnənəksōͅlmedənənowənelgər (Q089p Martenslinde)
|
Een schoon oksaal met een nieuw orgel. [ZND 05 (1924)]
III-3-3
|