20515 |
ranzig |
garstig:
verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m
gastich (Q089p Martenslinde),
ji̯oͅstix (Q089p Martenslinde)
|
garstig [ZND 23 (1937)]
III-2-3
|
33207 |
rapen |
rapen:
rǭ.pǝ (Q089p Martenslinde)
|
De aardappelen oprapen en in een mand bijeen doen, achter de rooiers of achter de rooiende ploeg aanlopend. [N 12, 21; JG 1a, 1b; monogr.; add. uit N 12, 18; A 23, 17d; Lu 1, 17d]
I-5
|
18961 |
rechtvaardig |
rechtvaardig:
reͅchfiødəch (Q089p Martenslinde)
|
Rechtvaardig. [ZND 06 (1924)]
III-1-4
|
25083 |
reeks, rij |
rij:
rij (Q089p Martenslinde)
|
rij [ZND 19A (1936)]
III-4-4
|
25171 |
regen (alg.) |
regen:
renger (Q089p Martenslinde),
reͅngər (Q089p Martenslinde)
|
regen [ZND 01 (1922)], [ZND 23 (1937)]
III-4-4
|
25183 |
regenen (alg.) |
regenen:
(⁄t woas zo goed as zekker dat het zow) renngere (Q089p Martenslinde)
|
Regenen. ¯t Was zo goed als zeker, dat het zou regenen. [ZND 46 (1946)]
III-4-4
|
30537 |
regenpijp |
regenbuis:
ręŋǝrbǫws (Q089p Martenslinde)
|
De buis die het regenwater vanuit de dakgoot naar beneden voert. [N 64, 149a; L 24, 23b; L 24, 38; L B1, 160b; monogr.; Vld.]
II-9
|
21195 |
reis |
reis:
mɛrgəkimptərtrechfandərēs (Q089p Martenslinde)
|
Morgen komt hij weer van de reis (terug). [ZND 08 (1925)]
III-3-1
|
21378 |
rekening |
rekening:
ichsaləmənrēͅkəniŋšikə (Q089p Martenslinde)
|
Ik zal hem een rekening sturen. [ZND 07 (1924)]
III-3-1
|
34616 |
rem van de wagen |
mechaniek:
mikǝnik (Q089p Martenslinde)
|
De rem komt vrijwel alleen voor bij de wagen. Er bestaan verschillende systemen. Essentieel hierbij is echter dat steeds een remblok tegen de rond de velg van het wiel bevestigde metalen band kan schuren. De informant van Q 099q vermeldt het volgende: "Vroeger werd de rem door middel van een zwengel aangedraaid. Thans wordt de rem in werking gesteld door een ijzeren hefboom. Deze ijzeren staaf heeft aan het losse uiteinde een ketting, die vastgemaakt wordt aan een haak, welke zich bevindt aan de zijkant van de karbak. Het is dus een vereenvoudiging, de zwengel is vervangen door een hefboom.". De respondent van P 48 omschrijft de wagenrem als een "blok met ketting aan as om te remmen. [N 17, 40 + 44j + 49 + 50b + 99 + add; JG 1b; JG 1c; JG 1d; JG 2c; monogr.]
I-13
|